21 JANUARI 1926 De heer Jorritsma vestigt er de aandacht op, dat bij het begin van den winter een circulaire aan alle werknemers is gezonden, waarin er op gewezen is, dat zij zich moesten verzekeren, daar ze anders van alles zouden zijn uitgesioten en feitelijk op het Bur- gerlijk Armbestuur werden aangewezen. Er is toen wel degelijk tot uiting gekomen, dat onderscheid zou worden gemaakt tusschen hen, die zich hadden ver- zekerd en hen, die dat niet hadden gedaan. Nu wil men de menschen om financieele redenen met alle geweld weer naar het Burgerlijk Armbestuur hebben om een mud cokes per week, wat volgens den heer De Wilde een beter voorstel is, maar waardoor men ook de kans beloopt, dat de menschen slechter wor- den behandeld. Het Burgerlijk Armbestuur heeft immers het recht ten opzichte van de armen te doen wat het wil en het gaat niet aan de menschen, die zich ver- zekerd hebben, naar het Burgerlijk Armbestuur te jagen. Spreker wil er hier nog op wijzen, dat hij aller- eerst heeft gezegd, hoe denken Burgemeester en Wethouders er over tegen 50 pCt. reductie aan werk- loozen cokes te verstrekken en ten slotte het voorstel is gekomen naar aanleiding van de gehouden bespre- kingen, maar spreker had de uitwerking van deze gedachte liever overgelaten. Na deze bespreking wenscht spreker zijn voorstel te handhaven, ofschoon hij er niet op staat de verstrekking tot half Maart te doen plaats hebben. De heer Hilterman zegt dit voorstel zonder de porteé er van te kennen wel te willen ondersteunen, terwijl ook de heer Van der Erf dit voorstel wil ondersteu- nen. De Voorzitter zou nog even willen antwoorden op de uitdrukking: „jagen naar het Burgerlijk Armbestuur van de werkloozen". Spreker gelooft, dat dit eene verkeerde voorstelling van zaken is. Spreker kan zich begrijpen, dat werkloozen er bezwaar tegen zouden maken, als ze voor een gebouw hiervoor in de rij zouden moeten staan, maar wanneer dat bonnetje thuis bezorgd wordt, gelooft spreker niet, dat dit zoo pijnlijk is. Het is spreker bekend, dat dit met deze verstrekking zal gebeuren. De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat het niet zoozeer door het Burgerlijk Armbestuur gaat als wel uit de kas van het Burgerlijk Armbestuur. De werk- loozen kunnen hun bon desnoods krijgen bij de uit- keeringen door hun kas. De heer Jorritsma zegt, dat men het over de wet- telijke bezwaren van zijn voorstel heeft gehad en de opmerking is gemaakt, of Burgemeester en Wethouders

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 34