21 JANUARI 1926
35
wel gerechtigd zijn tot deze uitkeering, waarop toen
is verwezen naar het Burgerlijk Armbestuur.
De Voorzitter zegt, dat dit is gedaan, omdat het
Burgerlijk Armbestuur een aparte instelling is.
De heer Jorritsma wijst er op, dat in de begrooting
een post voor uitkeering aan werkloozen is uitgetrok-
ken en als dit bedrag te laag blijkt te zijn, kan bij
suppletoire begrooting dit hoofdstuk toch verhoogd
worden. Spreker begrijpt niet, waarom dit aan het
Burgerlijk Armbestuur moet worden overgelaten en
waarom men de menschen daar naar toe wil drijven.
Op de begrooting is toch ook een post van f 1000.
geplaatst voor visites, die ontvangen kunnen worden,
welk bedrag toch ook veel hooger is a!s vroegere
jaren. Spreker kan niet begrijpen, waarom men nu
zoo halsstarrig wenscht vast te houden aan de finan-
c:ee!e regeling. Hij verklaart zich tegen detoekenning
door bemiddeling van het Burgerlijk Armbestuur, om-
dat hij het aan de werkloozen zou wiilen geven als
een recht, omdat ze momenteel zijn ontslagen als ge-
volg van den winter.
De Voorzitter deelt mede, dat een post op de be-
grooting voorkomt voor ondersteuning van werkloo-
zen, waaruit uitkeeringen boven de arbeidsloonen
kunnen worden gedaan, maar dat het nimmer de
bedoeling is geweest daaruit dit soort uitkeeringen te
doen.
De heer Van Unen wijst er op, dat als dit niet
behoorlijk wordt geredigeerd, het ten slotte niet iets
is om voor te stellen. Aan alle werkloozen deze ver-
strekking te doen plaats hebben, zou gewoon be-
iachelijk zijn, daar hieronder gehuwden en ongehuwden
zijn begrepen. Spreker is van oordeel, dat alvorens
men zoo'n besluit wil uitlokken, men er dan eerst
goed over na moet denken.
De heer Jorritsma wil er voor den derden keer op
wijzen, dat hij steeds op den voorgrond heeft geplaatst,
dat hij de uitvoering gaarne aan Burgemeester en
Wethouders wil overlaten, daar ook hij niet kan zeg-
gen, hoeveel kosten daarmede gepaard gaan. Men
heeft dit niet gewild en de zaak naar het Burgerlijk
Armbestuur willen verschuiven. Hierna is het voorstel
gekomen, vervolgt spreker, dat misschien niet goed
is geredigeerd, doch dit mag mij niet geheel worden
verweten, daar ik gevraagd heb de uitvoering aan
Burgemeester en Wethouders over te laten. Spreker
wijst er nogmaais op, dat hij wel zooveel vertrouwen
in Burgemeester en Wethouders stelf, dat eene juiste
uitvoering zal plaats hebben.
De heer Dr. Droog, Wethouder, maakt er bezwaar