24 JUNI 1926.
132
kan goedmaken. Uit een economisch oogpunt acht
spreker dit werkelijk de beste oplossing en is er
daarom ook voor.
De heer Van Unen zegt, dat de heer De Boer hem
niet heeft kunnen overtuigen, dat dit de beste oplos-
sing is. Spreker wilde de verhuur doen geschieden
op dezelfde voorwaarden als thans wordt voorgesteld
en dan zien, of er een hooger huurbedrag zou zijn
te bedingen. Wat het opknappen betreft, meent spre-
ker, dat daarmede niet zoo'n groot bedrag isgemoeid.
Wij hebben bij de voorstelien van heden noggezien,
dat voor f 6000.een heele nieuwe woning is te
bouwen. Spreker heeft voor zich zelf niet het gevoel,
dat voor deze woning niet meer is te krijgen en kan
niet genoegzaam een basis aannemen, dat hij zich
met een zoodanig laag bedrag kan vereenigen voor
onderhandsche verhuring.
De heer Dr. Droog, Wethouder, acht het een voor-
deel voor de gemeente om dit huis aan den heer
De Wilde te verhuren, ook voor Oroenendaal zelf.
huurder is zelf timmerman en kan alles veel goed-
kooper repareeren dan de gemeente. Spreker zou het
daarom toejuichen, als dit besluit werd genomen zoo-
als wordt voorgesteld.
De heer Van Unen zegt, dat hij bij zijn meening
blijft en zal tegenstemmen.
De heer Breed kan zich met dit voorstel wel ver-
eenigen, nu hij weet, dat in het huurcontract wordt
opgenomen, dat het behoorlijk onderhoud zal worden
nagegaanspreker vindt het heel goed, dat dit is
verklaard.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt nog
dat hij dezelfde opmerking omtrent het onderhoud
had gemaakt. Bij informatie is hem gebleken, dat
het dak zeer slecht is. Het is een huis, dat meer
dan 100 jaar oud is en weten wij uit ervaring, dat
als men aan het verbeteren gaat, men niet weet,
wat er voor den dag komt. Dit, merkt spreker op,
hebben we reeds ondervonden met het Koepeltje in
Groenendaal Het lijkt spreker daarom veel beter,
dat huurder, die timmerman is, het zelf maar doet,
daar het dan veel goedkooper is. Ik ben een
beetje bang voor die oude huisjes eindigt spre-
ker.
Hierna wordt het voorstel van Burgemeester en
Wethouders in stemming gebracht, waarbij de heer
De Wilde zich onthoudt van stemming. Met op
een na algemeene stemmen wordt dit besluit onge-
wijzigd vastgesteld. Tegen stemde de heer H. M.
Van Unen.