71 5 AUGUSTUS 1926.
(Bijlage C.)
ln afwijking van het vorenstaande wordt aan Bur-
gemeester en Wethouders opgedragen zooveel moge-
lijk te bevorderen, dat de bebouwing zal plaats heb-
ben zooals op de teekening is aangegeven.
Burgemeester en Wethouders kunnen voor hoek-
terreinen en voor onregelmatig begrensde terreinen
in bijzondere gevallen afwijking toestaan van de be-
palingen volgens de kolommen 7, 8 en 9 der voren-
staande omschrijving.
In bijzondere gevallen zullen Burgemeester en Wet-
houders verder afwijkingen van ten hoogste l M.
van de bepalingen volgens die kolommen mogen
toestaan, wanneer die eene goede exploitatie niet
schaden.
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffmg
verleenen van den in de kolommen 7, 8 en 9 be-
doelden afstand voor lage uitbouwtjes, zooals erkers,
portieken van deuren en dergelijke, alsmede voor
schuurtjes, garages en prieeltjes, die niet hooger zijn
dan 3 Meter en waarvan de plaats en constructie door
hen moet worden goedgekeurd.
Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere
gevallen afwijking toestaan met eene woning van het
in kolommen 1U tot en met 13 genoemde grootste
aantal aaneen te bouwen woningen
De indeeling der wegen in rijstraat, troittoirs, rij-
wielpad enz. wordt door Burgemeester en Wethouders
geregeld.
De straal der afronding op de hoeken van wegen
zal ten minste 10 Meter moeten bedragen.
Behoort bij raadsbesluit van 5 Augustus 1926, no. 71.
De Secretaris,
De Voorzitter,
^A_