5 AUGUSTUS 1926. De Voorzitter vraagt, wat de heer Van der Erf onder „tamelijk langen tijd" verstaat. De heer Van der Erf antwoordt, dat dit afhangt van de bewoners, voor den een zal het „altijd", voor den ander „een jaar" zijn, spreker zou minstens nog zes maanden verlenging willen geven. De heer Hilterman heeft in eerste instantie voorge- steld een jaar uitstel te verleenen, alleen omdat er nog woningnood is. Zijn inziens gaat het niet aan bewo- ners naar een andere gemeente uit te drijven, spreker is van meening, dat een jaar zeker niet te hoog is. De heer De Boer informeert, of, wanneer het voor- stel van Burgemeester en Wethouders zou worden aangenomen, er dan een wjarschuwingsbord aan het liuis wordt bevestigd, sommige bewoners zouden dan kunnen meenen, dat zij geen huur meer behoeven te betalen. De heer Dr. Droog, Wethouder, merkt op, dat de bedoeling van den Raad blijkbaar is de onbewoon- baarverklaring nu nog niet uit te spreken en later met een nieuw voorstel te komen, zooveel tegenstand van den Raad gaat niet ongemerkt langs Burgemeester en Wethouders heen, zij zijn bereid om in dit geval water bij den wijn te doen en kunnen wel iets voelen voor het idee van den heer Van der Erf, ook omdat de eigenaar verschillende kosten aan de woningen heeft gemaakt en de bewoners daar gaarne nog een tijdje willen blijven. Burgemeester en Wethouders willen van hun voorstel geen câsus belli maken. De Voorzitter wil deze drie woningen wel uit het voorstel lichten, voornamelijk omdat ên de eigenaar ên de bewoners zelf geen onbewoonbaarverklaring wenschen. Over maanden zou dan op deze zaak kunnen worden teruggekomen. De heer Chapon vindt het beter, ook voor de be- woners, om den termijn van ontruiming op een jaar te stellen. De Voorzttter antwoordt, dat dit thans niet moge- lijk is. De heer Dr. Droog, Wethouder, deelt mede, dat na onbewoonbaarverklaring een bord, waarop dit vermeld staat, aan het huis moet worden bevestigd, na het verstrijken van den termijn van beroep en juist tegen het aanbrengen van het bord bezwaar bestaat. De heer Chapon is bevreesd, dat de onbewoon- baarverklaring van deze woningen, als ze uit het voorstel gelicht worden, op de lange baan zal worden geschoven. Spreker vindt het goed gezien van de Gezondheidscommissie om te adviseeren tot onbe- woonbaarverklaring van dergelijke woningen over te gaan en wil haar niet desavoueeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 10