23 SEPTEMBER 1926. Verder wenscht spreker er zijn verwondering over uit te spreken, dat de voorstellers het niet oirbaar hebben geacht hem te vragen dit voorstel mede te onderteekenen. Spreker acht dit politiek niet fatsoen- lijk, daar hij met een voorstel van gelijke strekking in de vorige vergadering naar voren was gekomen. Het zoli daarom naar zijn meening zeer begrijpelijk zijn geweest, als zij zich tot hem hadden gewend om dit voorstel mee te onderteekenen. Dat dit niet is gebeurd, heeft spreker hoogelijk verbaasd en teleur- gesteld. Hiermede wil ik volstrekt niet zeggen, dat ik dit zoo voetstoots had meegeteekend, vervolgt spreker, integendeel, daar dit voorstel naar zijn meening op op een te wilde wijze is samengesteld, hetgeen ook blijkt uit de memorie van antwoord van Burgemeester en Wethouders Men moet met een dergelijk voorstel voorzichtiger zijn. Sprekers oordeel is, dat de gemeente- bedrijven er zijn voor de verbruikers, doch het beheer economisch moet blijven en geen verlies moet ont- staan. Men dient de bedrijven zoo goed mogelijk aan te wenden ten behoeve van de verbruikers en dezen moeten er van profiteeren. Spreker zegt ook enkele crjfers uit het verslag over 19^5 te hebben geput en die geven tot de volgende overdenking aanleiding. Oewone gasmeters. Verbruik in 1925: 1.965.000 M3, zijnde 60 pCt. on- geveer van het totaalverbruik. Het aantal gestelde rneters bedroeg 2861, terwijl het gemiddelde verbruik per meter 690 M3 bedroeg. Men mag aannemen, dat iedere meter een zeker verbruik heeft van 250 M3, terwiji spreker bij inzage van de raadsstukken is ge- bleken, dat er maar heel weinig gebruikers zijn, die minder hebben afgenomen dan 250 M3 per jaar. De gewone meters verbruiken derhalve 2861 maal 250 M3 is 715250 M3 10 cent. Het geheele verbruik over de gewone meters is 1.965.000 M3, derhalve zal dit aantal verminderd met bovengenoemde 715.250 M3, dus 1.'249.750 M3 voor een lageren prijs van 9 cent geleverd, een verlies geven van 1 cent per M3, zijnde f 12.497.50. Bij eene nadere berekening blijken de cijfers nog iets gunstiger te zijn en zou eene verlaging van 1 cent boven het verbruik van 250 M3 een verlies van f 12.000.over de gewone meters tengevolge hebben of liever een mindere winst opleveren van f 12.000. Muntmeters. Verbruik in 1925: 688.000 M3, zijnde ongeveer 21 pCt. van het totaal verbruik. Aantal gestelde meters 1225. Gemiddeld gebruik per meter560 M3. De munt- meters gebruiken zeker eveneens per stuk 250 M3.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 12