23 SEPTEMBER 1926. 167
houders wordt opgemerkt, dat men geen muntgas
behoeft te gebruiken, mag ik zeker wel opmerken,
vervolgt spreker, dat, toen het gas werd aangelegd,
naar ik zeker meen te weten, in woningen beneden
een zekere huurwaarde geen ander dan muntgas werd
aangelegd, vanwege de risico.
Een van de hoofdmotieven heet, dat door aanne-
ming van liet ingediende voorstel de inkomsten van
het Gasbedrijf eene vermindering zouden ondergaan
van f 31.316.25, terwijl in de ontwerp-begrooting een
winstcijfer is geraamd van f 19.190.33. Dankbaar voor
de minutieuse berekening, welke berekening door
spreker zelf op plus minus f 30.000.was gemaakt,
zou spreker todi wel willen opmerken, dat wanneer
bij de behandeling van de begrooting over een post
een op- of aanmerking wordt gemaakt, steeds wordt
geantwoordt„tiu ja, het is maar een begrooting, de
cijfers zijn maar fictief". Zeker, vervolgt spreker, de
cijfers zijn fictief en we hebben dus veel meer aan de
cijfers over 1925, ook al kan hierop een kleine variatie
mogelijk zijn.
In 1925 is een winst gemaakt van f 55.000Indien
er nu geen vaststaande redenen aanwezig zijn te ver-
onderstellen, dat over 1926 op een minder gunstige
exploitatie moet gerekend worden, zal op het Gasbe-
drijf, ook bij een winstderving van f 31 000.toch
nog een naar sprekers meening redelijke winst van
f 25.000.overblijven.
Er bestaat dan ook geen enkele reden, om nu reeds
te spreken over een verliespost op de bedrijfsbegroo-
ting of een nadeelig saldo enz. Het ernstig verzet om
die redenen kan spreker dan ook niet anders dan
betreuren Waar mede in het advies gezegd wordt,
dat juist door het hooge verbruik van 1200 M3 aan
te nemen, voorkomen wordt, dat op het gas voor
huishoudelijk verbruik reductie zou worden verstrekt,
zijn wij dankbaar voor deze ruiterlijke mededeeling
maar hierover toch niet voldaan.
Tegen de meening in het advies neergelegd, waar
dit zegt„dit tarief komt neer op een gasprijsverla-
ging, die hoofdzakelijk aan grootverbruikers ten goede
komt, waartoe niet de minst draagkrachtigen behoo-
ren", moet ik ten sfelligste stelling nemen, vervolgt
spreker, aangezien dit naar zijn oordeel een zeer on-
juiste voorstelling van zaken is. Een eenigszins groot
gezin heeft zeker een verbruik van 600 700 M3 per
jaar en zou dus volgens het advies zelf in plaats van
11 cent per M3 dan 9.2 cent per M3 betalen. Aller-
minst kan spreker het dan ook eens zijn met het
advies, waar wordt gezegd „uit het bovenstaande