4 NOVEMBER 1926.
195
De heer Jhr. van de PoII, Welhouder, zegf, dat
reeds op eminenfe wijze door den heer Chapon de
beide eerste sprekers van antwoord zijn gediend. De
heer Baron van Hardenbroek wenscht gemeentebeheer
terwijl door den heer Van Unen verkoop wordt aan-
bevolen, welke beide meeningen afwijken van het
uitgebrachte praeadvies. In de eerste plaats is spreker
het niet eens met den heer Baron van Hardenbroek,
dat we hier te doen hebben met een voor 99 pCt.
faillieten boel. De genoemde bedragen van f 600.(00
en f 250.0(i0 hierin gestoken, alsmede van f 35.000
voor vochtbestrijdingsmiddelen, zijn juist en elk liuis
kost volgens deze berekening f 12.700. Spreker wil er
nog eens met nadiuk op wijzen, dat vooral niet moet
worden vergeten, dat deze huizen zijn gesticht in
1920/21, toen het een zeer dure tijd was om te bouwen
en zeer slechte materialen werden geleverd. De stee-
nen voor dezen bouw zijn veel te hard geweest en
niet poreus genoeg, naar spreker is medegedeeld, ter-
wijl het optrekken zonder spouw heel slecht gewerkt
heeft. In Amsterdam is evenwel dezelfde fout gemaakt
en dit is absoluut de schuld van den architect, van
wien wel een zeker bedrag terug zal worden gevor-
derd. Dit bedrag zal ongeveer 15 20 duizend gulden
bedragen. Voorts merkt spreker op, dat volgens zeg-
gen van den heer Ir. Gratema door de overkapping
heele goede dingen kunnen*worden verkregen. Hierna
kan worden afgewacht, of het beheer geen gunstiger
resultaat zal opleveren. Allerminst is spreker het eens
met het idee van den heer Van Unen om tot verkoop
over te gaan ook zal dit heel moeilijk gaan, daar de
gemeente garant is voor de hypotheek van 6 ton bij
de Rijksverzekeringsbank en er bij aflossing nog heel
wat bij zal komen. Spreker blijft van oordeel, dat het
wenschelijk is zoo spoedig mogelijk de woningen
goed in orde te laten maken er komen zeker huurders
voor, als er maar goede huizen van worden gemaakt.
Er is nog gesproken over weigering van bouw in dit
park op grond van scboonheidseischen, maar Iaat
men toch niet vergeten, dat er oorlog is geweest en
die woningen gezet moesten worden om den volks-
middenstand huisvesting te verschaffen. Een feit is,
dat de gemeente toen minder lastig was en nu weer
strenger beoordeeling plaats heeft, doch absoluut ver-
oordeelen kan men deze woningen niet. Spreker zegt
hier niet veel meer aan te hebben toe te voegen en
hoopt, dat het voorstel van Burgemeester en Wethou-
ders in het belang van de geheele gemeente zal wor-
den aangenomen.