4 NOVEMBER 1926.
196
De heer Van der Erf wijst er op, dat gemeente-
exploitatie van deze woningen op een finsco zou uit-
loopen. De exploitatie door een vereeniging geeft
voor de gemeente juist groote besparing spreker zou
zich dan ook ernstig tegen gemeente-exploitatie ver-
zetten.
De heer Baron van Hardenbroek zegt, dat het min-
der goede resultaat van dit bouwwerk niet direct zit
in de slechte materialen doch in den slechten uitvoer-
der. De bouwkundige is te kort gesclioten. Spreker
moet ook tegenspreken en beroept zich daarbij oo
een uitspraak van Prof. van der Kloes, dat het gebruik
van harden steen vocht zou veroorzaken. Dit is ge-
woon de dingen op z'n kop zetten, vervolgt spreker,
het is een kwestie van het metselen. Spreker heeft b:j
zijn fabriek een groote oppervlakte steenmuren met
platte daken, doch geen last van vocht. De kwestie
bij Tuinwijk is evenwel, dat de daken niet onder
helling liggen en het water van boven in de daken
in kan dringen. Verder is er geen ventilatie, waarvoor
een architect behoort zorg te dragen, terwijl er boven-
dien slecht gemetseld is. Het zit hem dus niet in den
steen, dit is een technische enormiteit, die al eens meer
gebezigd maar volgens sprekers oordeel onjuist is,
integendeel hoe harder de steen hoe beter. Over ar-
chitectuur kan men zeer verschillend oordeelen, doch
spreker kan er geen bewondering voor krijgen. Hij
kan er ook veel voor voelen om te trachten de huizen
te verkoopen, doch men zal ze dan eerst dienen op
te knappen. Het inregenen heeft plaats van boven af.
Wanneer men riu een kap gaat maken, die wat over-
steekt, zou men het bepleisteren allicht kunnen nala-
ten. Ook verklaart spreker nooit voor Rijks-, Provin-
ciaal of Gemeentebeheer zoo warm te loopen, doch
hij heeft dit naar voren gebracht om tot eene andere
oplossing te komen. Het interesseert spreker meerom
van de woningen af te komen en daarom meende hij
dezen vorm te moeten aanwijzen, daar de gelden toch
allemaal door de gemeente moeten worden betaald
en het dus feitelijk reeds gemeente-exploitatie is.
Spreker heeft vernomen, dat van den architect 15â20
duizend gulden zijn te verhalen en zou willen waar-
schuwen om hem hieraan niet te laten ontkomen en
desnoods beslag op zijn huis te lafen leggen. Spreker
is verder van meening, dat het wel tijd wordt er ein-
delijk eens goede huizen van te maken, wanneer in
beginsel vaststaat om te trachten van de zaak af te
komen Wanneer men evenwel meent, dat de zaak
met bekapping verholpen is, bestaat ook geen bezwaar
de voordracht met f 40.0C0.— te verlagen voor de