4 NOVEMBER 1926.
202
De heer Chapon zet opnieuw het standpunt der
Technische Commissie uiteen en wijst er op, dat pas
later is gebleken, toen men aan de daken bezig was,
dat deze niet goed lagen. Voorts wijst spreker er ook
nog op, dat bepleistering ook volgens het oordeel
van deskundigen wellicht achterwege kan blijven, als
er een kap op de huizen komt.
De heer Baron van Hardenbroek zegt dankbaar te
zijn voor de waardevolle inlichtingen die zijn verstrekt.
Medegedeeld is, dat pas later is ontdekt, dat de dakt n
niet goed lagen, hetgeen spreker de grofste fout in
het geheele onderzoek acht. Spreker kan dan ook geen
vertrouwen meer schenken aan deze Commissie, welke
misschien ook uit collegialiteit voor den vroegeren
architect wil vasthouden aan de platte daken. Het
oordeel van spreker is dat men uiterst voorzichtig
moet zijn met deze Commissie. De heele geschiedenis
is voor hem in een ander stadium gekomen. Het komt
spreker gewenscht voor, buiten de Technische Com-
missie om, het tegenwoordige eigen plan van eigen
dienst van Openbare Weiken aan te houden, daar
spreker daarin wel vertrouwen stelt. 't Is evenwel
zeer goed mogelijk, meent spreker, een deel te doen
en een deel na te laten of uit te stellen, daar men
over een jaar aliicht zich een volledige opinie kan
vormen. Het lijkt spreker niet noodzakelijk direct tot
algeheele uitvoering van dit plan over te gaan. Spreker
zou er sterk voor zijn een gedeelte van het werk
door den technischen dienst van Openbare Werken
te laten uitvoeren, die daarvoor dan ook de geheele
verantwoordelijkheid behoort te dragen.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, deelt mede,
dat die kwestie van collegialiteit van de Technische
Commissie met betrekking tot behoud van de platten
zuiver alleen zijn persoonlijke opinie is. De Commissie
stelde voor een dak over het platte dak aan te bren-
gen met bepleistering van de muren. De gemeente is
toen gekomen met eigen dienst en deze met over-
kapping. Ir. Gratema heeft dit ook goedgevonden en
heeft gezegd dit zelfs beter te vinden. Algemeen is
men er van overtuigd, dat de toestand buitengewoon
slecht is en wanneer geen afdoende verbeteiing wordt
aangebracht, zullen er groote fiasco's ontstaan.
De heer Tromp ziet niet in, dat er bezwaar bestaat
de volledige uitvoering eenigszins op te schorten.
De heer Van Unen zou in ieder geval willen voor-
stellen f 40.000 voor bepleistering van het crediet af
te trekken en wenscht zich verder het recht voor te
behouden nader op dit voorstel terug te komen.
De heer Tromp stelt voor gelden beschikbaar te