4 NOVEMBER 1926. 207
en spreker vraagt, of deze biljetfen er niet van gemeen-
tewege afgekrabd kunnen worden.
De Voorzitter antwoordt, dat het opplakken altiid
plaats heeft, zonder dat er iemand bij staat, die het
kan tegengaan. Spreker geeft toe, dat het heel leelijk
is en zegt, dat reeds verschillende malen opdracht is
gegeven tot afkrabben van gemeentewege. Spreker
zal den Direcfeur nog eens verzoeken rond te gaan
Hekwer- en voe)r schoonmaken zorg te dragen.
ken bii *?.e heer Van Unen zou gaar"e de aandacht willen
tramhalfen ,ves gen °P een gevaarlijke plaats voor uitstappen van
trarnnalten trampassagiers en heeft daarbij het oog op de halte
aan den aan den Leidschevaartweg bij de brug naar het Schouw-
L.vaartweg 'jesplem. Eerder stopte de tram aan de Haarlemsche
zijde van die brug en was dat minder gevaarlijk, om-
uat Iangs den walkant een hek was aangebracht. De
halte is verplaatst tot voorbij de brug aan den Heem-
steedschen kant, waar geen hek langs den waterkant
aanwezig is. Deze afwezigheid is een gevaar zegt
spreker er besfaat daar heel veel kans op ongelukken,
waarom hij zou willen verzoeken pogingen in het
werk te stellen dit hek van de Haarlemsche zijde te
verplaatsen naar de Heemsteedsche zijde.
Mevrouw Hoekstra zegt, dat dit zelfde gevaar be-
staat bij de halte aan de Kwakel.
De heer Van Unen zegt, dat het op het door hem
edoelde punt wel buitengewoon gevaarlijk is, hetgeen
hij pas zelf heeft geconstateerd.
De heer Tromp deelt mede, dat beide punten ae-
vaarhjk zijn.
De Voorzifter zegt foe, hieraan aandacht te zullen
schenken.
D°or den heer Van Unen wordt de navolgende
Verkooo- ÎT°tie inSediend. die ondersteund wordt door de heeren
baarmaLn JHardenbroei<. De Boer en De Breuk
T „De Raad, van oordeel, dat het zaak is zich zoo
tuinwijk. „spoedig mogelijk los te maken van het belang dat
„de gemeente heeft bij Tuinwijk, verzoekt Burgemees-
„ter en Wethouders in deze bij voortduring in die
»nchfing werkzaam te zijn, nadat eenige absoluut
„noodzakehjke verbeteringen zijn aangebracht, noodig
„tot verkoopbaar maken van de perceelen".
De heer Van Unen voegt hieraan toe, dat het zijne
bedoehng is, als de huizen, nadat het gevoteerde be-
drag daaraan is vertimmerd, verkoopbare perceelen
Z!!n ëe^?rden. dat Eurgemeesfer en Wethouders dan
attent blijven m die richting pogingen aan te wenden.
opreker zou door verkoop heel graag van deze
woningen voor de gemeente af willen desnoods met
een stropje er bij.