4 NOVEMBER 1926.
208
De heer Dr. Droog, Wethouder, acht deze motie
ontijdig en zegt, dat men over deze zaak altijd nog
wel eens kan beraadslagen.
De heer Van der Erf wenscht zich hiertegen ook
ernstig te verzetten en is van oordeel, dat op deze
wijze de belangen van de bewoners zeer zeker worden
veronachtzaamd, terwijl hierin ook een gevaar is ge-
legen voor andere bouwvereenigingen. Men heeft
feitelijk een contract en het gaat toch niet aan dit op
deze wijze te verbreken.
De heer Chapon zegt twee bedenkingen te hebben
tegen deze motie. Het komt ook spreker voor, dat
het op dit oogenblik een ontijdige indiening is en
bovendien acht spreker het gevaarlijk een dergelijken
koers uit te gaan. Nu weet spreker wel, dat Burge-
meester en Wethouders een motie naast zich kunnen
neeileggen, doch hij acht een dergelijke uitspraak toch
een gevaar voor de omwonenden in dit park. Het
gevolg zal kunnen zijn, dat men gaat denken dat het
complex verbrokkeld wordt en het een allegaartje
wordt, wat zich hier zal kunnen gaan vestigen, welk
feit voor de omwonenden niet valt te onderschatten.
Het Iijkt spreker dan ook inderdaad beter deze zaak
eerst nog eens aan te zien en af te wachten, hoe de
zaken zich verder ontu ikkelen. Mocht blijken, dat dit
niet gaat in de richting, die men zich denkt, dan kan
men altijd nog met een motie komen om de huizen
van de hand te doen.
De heer Van Unen zegt de meening van den heer
Van der Erf niet te kunnen onderschrijven Wanneer
een contract zou bestaan, waarbij het door spreker
voorgestelde niet geoorloofd zou zijn, dan zou hij
daar zeker niet verder op aandringen. Spreker is
evenwel van meening, dat dit niet het geval is. Door
den heer Dr. Droog, Wethouder, wordt deze motie
ontijdig geachf, doch spreker is van oordeel, dat dit
een kwestie van appreciatie is, daar spreker van oor-
deel is, dat de gemeente zoo spoedig mogelijk van
de woningen af moet frachten te komen. De opmer-
king van den heer Chapon, dat Burgemeester en
Wethouders de mofie naast zich neer kunnen leggen,
deelt spreker niethij is er van overluigd, dat zij
daarmede wel rekening zullen houden. De wijze van
verkoop heeft spreker niet aangegeven. Het is misschien
mogelijk het plantsoen in zijn geheel fe behouden en
verkoop behoeft voor de omwonenden geen angst op
te Ieveren. Misschien dat zich een zekere combinatie
vormt, die een eenigszins redelijk bod doet. Spreker
hoopt, dat deze motie wel zal worden aangenomen.