4 NOVEMBER 1926.
192
komstige omstandigheid en spreker twijfelt niet, of
hieraan zal zeker voldoende aandacht worden ge-
schonken.
Het feit, waarvoor we nu weer worden geplaatst,
is de vraag, of zonder meer dit kapitaal moet worden
toegestaan en het beheer dan verder aan de Vereeni-
ging dient te worden overgelaten. Spreker is van
oordeel, dat wanneer men inderdaad zou overgaan
dit voorgestelde bedrag toe te staan, het beter zou
wezen, de woningen voor de gemeente maar te an-
nexeeren en zelf tot exploitatie over te gaan en dan
ook geheel zelf de verantwoordelijkheid op zich te
nemen. Uitdrukkelijk wijst spreker er op, dat dit geen
verwijt is aan het Bestuur van Tuinwijk, niaar hij
meent, dat de gemeente de geheele veiantwoordelijk-
heid op zich moet nemen. Het is dan misschien mo-
gelijk door een paar ton af te schrijven en verhoudmg
te brengen in de huien, een rendement te verkrijgen.
Men moet dan echter de geheele situatie beheerschen,
en daarover de volle zeggingschap liebben. Spreker
meent daarom, dat de gemeente dit complex in zijn
geheel zal dienen te aanvaarden en den strop zelf te
nemen, doch alleen onder volle zeggingschap.
De heer Van Unen zegt, dat hij voor een groot
deel had willen zeggen, hetgeen reeds door den heer
Baron van Hardenbroek is gedaan. Het feit, dat men
in 1920 en 1921 deze woningen heeft gesticht, blijkt
achteraf een fout te zijn geweest, doch men moet niet
vergeten, dat er toen geheel andere toeslanden waren
en er een gebrek was aan een dergelijk soort huizen.
De gemeente zit thans met een heel grooten strop.
Het is nu gemakkelijker een heel ander standpunt in
te nemen als toen. Er was toen inderdaad woning-
nood en die categorie van burgers moest eveneens
geholpen worden. De toestanden zijn gewijzigd en
het is nu weer zoo, dat dit soort mensc'nen wel weer
in de gelegenheid is eene andere woning te krijgen,
althans zijn er weer genoegzaam te vinden. Men kan
deze zaak dan ook nu weer zuiver materieel bekijken,
wat spreker dan ook zou willen doen Spreker zou
er naar willen streven een streep onder deze rekening
te zetten, daar wij als hypotheekgevers toch feitelijk
hierover alles hebben te zeggen. l.et Bestuur heeft
naar sprekers meening een heeleboel zorgen gehad
en een moeilijke taak, waarvoor geen dank valt te
oogsten. Een heeleboel ellende zal het Bestuur uit de
zeilen worden genomen, wanneer dit van zijn taak
wordt ontheven. Om dit beheer over te dragen aan
de gemeente, lijkt spreker minder juist, daar een ge-
meente al een vrij onhandig meubel is voor eene