2 DECEMBER 1926.
die door hun Ioon, geheel of gedeeltelijk in het on-
derhoud voorzagen van het gezin, waartoe zij behooren.
Artikel 4.
Als kostgangers worden alleen diegenen beschouwd,
die buiten hun wil alleen staand persoon zijn ge-
worden.
Artikel 5.
1. De werkloozen, aan wie steun zal worden ver-
leend zullen moeten zijn ingeschreven bij den corres-
pondent voor de arbeidsbemiddeling.
2. De ondersteunde is verplicht aangeboden weik,
waarvoor hij lichamelijk geschikt kan worden geacht
te aanvaarden en onderwerpt zich aan alle vast te
stellen maatregelen van controle.
Artikel 6.
1. De steun bedraagt ten hoogste
A. voor de reglementair nog niet rechthebbende-
en uitgetrokken werkloozen
le. voor gehuwden en ongehuwde kostwinners
f 12.50 per week benevens f 1.— per week voor ieder
kind, te beginnen bij het tweede kind, beneden den
leeftijd van 14 jaar, met dien verstande, dat bij drie
of meer kinderen beneden dien leeftijd vanaf het eer-
ste kind een toeiage van f 1.per week wordt toe-
gekend.
2e. voor kostgangers f 6.per week.
B. voor niet verzekerde werkloozen
voor gehuwden en ongehuwde kostwinners f 6.
per week, benevens fl.per week voor ieder kind,
te beginnen bij het tweede kind, beneden den leeftijd
van 14 jaar, met dien verstande, dat bij drie of meer
kinderen beneden dien leeftijd vanaf het eerste kind
een toelage van f 1.— per week wordt toegekend.
C. voor werkloozen boven 60 jaar, die vöör dien
leeftijd niet verzekerd waren en volgens de reglemen-
ten niet tot de werkloozenkassen worden toegela'en
en van wie kan worden aangetoond, dat zij vöör of
op 1 Mei te voren, hun ernstig voornemen hebben
te kennen gegeven om zich tegen de nadeelige ge-
