2 DECEMBER 1926.
220
gesteld, niet noodig is, daar door de organisaties
daarin reeds wordt voorzien.
t)e heer Chapon merkt op, dat in art. 10 ook wordt
gesproken van een behoorlijk loon. Spreker acht de
door hem voorgestelde redactie eene eenigszins dui-
delijker omschrijving en eene aansporing, dat men er
op moet letten terwijl de vakorganisaties er op zullen
letten of dit gebeurt.
De heer Baron van Hardenbroek zou vanv;ege de
goede redactie in dit artikel willen spreken van gang-
baar loon.
De heer Tromp deelt mede, dat de verzekerden
niet mogen werken onder het loon, dal eenmaal is
vastgesteld en acht het totaal overbodig, dat dit arti-
kH wordt aangevuld.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt, dat van
de redactie van dit artikel geen enkelen keer Iast is
ondervonden en acht het dan ook maar het beste, het
voorgestelde hieraan niet toe te voegen.
Het amendement van den heer Chapon komt hierna
in stemming en wordt verworpen met 6 tegen 9
stemmen.
Vôör stemden de heeren Chapon, Baron van Har-
denbroek, De Breuk, Moolenaar, Vring en Mevrouw
De Voogt.
De heer Vring is van oordeel, dat het aanbeveling
zou verdienen in dit artikel nog eene bepaling op te
nemen, dat werkloozen niet moeten optreden voor
stakende arbeiders en stelt voor aan het 2e lid van
dit artikel toe te voegen „behalve van in staking zijnde
arbeiders".
De heer Van der Erf acht dit geheel overbodig,
daar ook weer de organisaties daarin voorzien.
Het voorstel van den heer Vring kan niet in stem
ming worden gebracht, daar dit niet voldoende wordt
ondersteund.
Dit artikel wordt vervolgens zonder hoofdelijke
stemming ongewijzigd vastgesteld
Art. 6 komt hierna in behand°ling geamendeerd
door den heer Chapon. Dit amendement wordt onder-
s'eund door de heeren Van der Erf en De Boer.
De lieer Chapon deelt mede, dat hij gemakshalve
het geheele artikel opnieuw in zijn voorstel heeft op-
genomen. Veel heeft hij hierover niet te zeggen, de
bedragen zijn iets hooger voorgesteld in verband met
de bedragen, die in andere gemeenten worden toege
kend, hetgeen door spreker is nagegaan. Voortsmeent
hij, dat het beter is te spreken van ieder gezinslid,
boven de twee personen, daar het zeer wel mogelijk
is, dat er oudere personen bij het gezin inwonen, die