2 DECEMBER 1926. 221 onderhouden moeten worden. Voor niet verzekerden meent spreker, dat het noodzakelijk is, dat hoogere bedragen worden vastgesteld, terwijl hij niet goed heeft begrepen, waarom uitzondering wordt gemaakt voor de werkloozen boven 60 jaar. De Voorzitter deelt mede, dat dit is gedaan, omdat deze menschen zich niet meer tegen werkloosheid kunnen verzekeren. De heer Chapon zegt, na deze toelichting zich er mede te kunnen vereenigen sub c van dit artikel zoo te laten als wordt voorgesteld. De heer Van der Erf zegt, dat naar zijne overtui- ging het juist is, dat de overheid voor de onvrijwillig werkloozen regelend en steunend optreedt, doch dat daarbij grenzen moeten worden aangehouden. De organisaties hebben zelf die grenzen aangegeven, on- geveer als uitkeering neerkomende op 50 pCt. van het loon. De organisatie heeft liever niet, dat de menschen werkloos zijn en wanneer de uitkeeringen te hoog worden gesteld, schuilt daarin het gevaar, dat minder spoedig naar ander werk zal worden ge- zocht. De aangenomen basis voor uitkeering acht spreker vrij juist, als zijnde het meest in overeenstem- ming met de wenschen der organisaties Het is ge- makkelijk eene hoogere uitkeering voor te stellen en vrij brandstoffen enz., wat voor het groote publiek wel heel mooi is, maar een steunregeling dient niet te worden overdreven en practisch is bewezen, dat deze regeling voldoet. Spreker kan er zich dan ook mede vereenigen, wat Burgemeester en Wethouders hebben voorgesteld om de helft van het loon te ge- ven we moeten niet zoo hoog gaan als door den heer Chapon wordt voorgesteld. De Voorzitter vraagt, of het amendement van den heer Chapon nu nog wordt ondersteund door den heer Van der Erf. De heer Van der Erf antwoordt van niet. De heer Van Unen zegt, in tegenstelling met deze opvatting de motie alsnog te willen steunen, wat zeker niet in zich behoeft te sluiten, dat hij daar voor be- hoeft te stemmen. Spreker is evenwel van meening, dat men een ernstig voorstel als dit van den heer Chapon, zeker nader kan bespreken, welke gelegen- heid zou ontbreken, wanneer geen voldoende onder- steuning werd verkregen. Los van mijn opinie, wensch ik tot die gelegenheid mede te werken, vervolgt spreker. De heer Chapon dankt den heer Van Unen voor de ondersteuning van zijn amendement, waardoor dit nader besproken kan worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 12