2 DECEMBER 1926.
Van de inkomsten, zoo van den ondersteunde zelf,
a"s van de leden van diens gezin, wordt de helft tn
"mindering gebracht op zijn steun, vastgesteld volgens
"de in art. 6 genoemde normen".
Het voorstel van den heer Van Unen, dat voldoende
wordt ondersteund, komt vervolgens in stemming en
wordt verworpen met 3 tegen 12 stemmen.
Vöör stemden de heeren Baron van Hardenbroek,
De Breuk en Van Unen.
Het door Burgemeester en Wethouders voorgestelde
artikel wordt zonder stemming vastgesleld met aan-
teekening, dat de heer Baron van hardenbroek zich
tegen dit artikel verklaarde.
Art. 8.
De Voorzitter deelt mede, dat hierop door den heer
Chapon een amendement is ingediend en vraagt, of
dit wordt ondersteund.
Aangezien dit niet het geval is, kan dit geen on-
derwerp van bespreking uitmaken.
De heer Baron van Hardenbroek heeft bezwaar tegen
de opname „van 48-urigen arbeid" en zou er meer
voor gevoelen hier te spreken van „het gangbare loon
per week".
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, meent dat,
waar dit in de praktijk geen moeilijkheden heeft op-
geleverd, er geen bezwaar bestaat deze bepaling on-
gewijzigd te handhaven.
De heer Van Unen meent, dat hier toch een gevaar
in schuilt voor de uitvoering als in een bepaalde
categorie een andere arbeidsduur van b.v. 50 uren
geldt en acht het in het belang van de menschen zelf
dit eenigszins anders te stellen. Naar sprekers meening
kan „van 48-urigen arbeid" zonder bezwaar geheel
achterwege blijven.
De Vergadering kan zich hiermede vereemgen en
wordt dit artikel aldus gewijzigd zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
Art. 9.
Op dit artikel is door den heer Chapon een amen-
dement ingediend om de uitkeeringen niet door het
Burgerlijk Armbestuur te doen geschieden
De heer Chapon zegt, dat hij vooral na het gespro-
kene door den heer Tromp deze toevoeging alleszins
noodzakelijk acht. Spreker verklaart er zelf natuurlijk
voor te zijn. dat ieder georganiseerd is, doch zou niet
wenschen, dat valide arbeiders, die niet verzekerd zijn
worden verwezen voor eene uitkeering naar het Bur-
gerlijk Armbestuur en op deze wijze slachtoffers wor-
den van het Burgerlijk Armbestuur.
De heer De Breuk vraagt, wat in de praktijk gebeurt.
De Voorzitter deelt mede, dat de uitkeeringen wor-
den gedaan door een door Burgemeester enWethou-
ders aangewezen commissie.