2 DECEMBER 1926.
230
De Voorzitter bevestigt dit en deelt mede, dat op
9 November de eerste uitkeering is verstrekt, terwi]!
liierover in de raadsvergadering van 4 November door
den heer Chapon was gesproken.
De heer Tromp zegt nog, dat het Burgerli]k Arm-
bestuur verder gaat met de uitkeering dan in deze
regeling wordt voorgesteld voor de niet verzekerden.
De Voorzitter vraagt, of het amendement van den
heer Chapor. wordt ondersteund.
De heer Vring zegt, dit te willen ondersteunen, doch
n'et op de grorden door den heer Chapon aangege-
ven. Het begrip Armbestuur is voor een werkman een
gevoel van schande, vervolgt spreker. V anneer een
werkman de ramp van werkloosheid treft dan ia een
gang naar het Armbestuur zwaar en zou spreker wil-
len medewerken om dit te voorkomen, wat de be-
doeling is van dit amendement.
De Voorzitter is van meening, dat te veel waarde
wordt gehecht aan dit amendement. De menschen
worden niet naar het Burgerlijk Armbestuur gedreven.
Het is slechts een kwestie van uitvoering der betahng,
die steeds 's avonds heeft plaats gevonden, terwijl
eveneens te veel waarde wordt gehecht aan de op-
vatting, dat dit een ongewenscht instituut is
De heer De Boer is van meening, dat die vrees
meer bestaat bij sommige raadsleden dan bij de ver
schillende arbeiders. Spreker ontmoet nog al eens
arbeiders en dezen hebben zich nog nooit hierover
in ongunstigen zin uitgelaten.
De heer Vring zegt dan zeker andere arbeiders te
hebben gesproken, die dat wel gedaan hebben en
hoopt niet, dat men denkt, dat hij hier zit te simuleeren.
Aangezien het amendement alleen door den heer
Vring wordt ondersteund kan het niet in stemrrung
worden gebracht.
Het artikel wordt vervolgens zonder stemming on-
gewijzigd vastgesteld.
Art. 10.
De heer Van Unen stelt voor m sub C van dit
artikel „behoorlijk loon" te varanderen in „gangbaar
loon".
De Vergadering kan zich met de vaststelling van
dit artikel, aldus gewijzigd, vereenigen.
Artt. 11 en 12 worden conform zonder stemming
cngewijzigd vastgesteld.
Vervolgens stelt de Voorzitter aan de orde het door
den heer Chapon voorgestelde art. 6a.
De heer Baron van Hardenbroek is ven oordeel,
dat de bedoeling van dit artikel zeer sterk ruikt naar
armenzorg, wat de heer Chapon juist heeft wil.en
voorkomen.
De heer Chapon zegt het verschil van steunverlee-
ning en toeslag-verleening voor brandstoffen en huis-
huur aan werkloozen niet in te zien en acht dit în
het geheel geen armenzorg.