9 DECEMBER 1926.
246
volksgezcndheid eischt in deze materie een krachtiger
ingrijpen. Van regeeringswege kan spoedig volgens de
laatste verschenen memorie van antwoord worden
tegemoet gezien een wettelijke regeiing van de winkel-
sluiting en wettelijke vaststelling van den arbeidstijd
voor winkelpersoneel. Hoevele gemeenten hebben niet
reeds een wettelijk sluitingsuur voor winkels. Is het niet
mogelijk dat B. en W. ook in deze gemeente deze
aangelegenheid onder de oogen zien?
Men mag niet verwachten dat B. en W. dezer
gemeente het openbaar onderwijs zulk een warm hart
toedragen dat ze het bevorderen willen op iedere
mogelijke wijze, ik zal dus daarover maar zwijgen.
Wordt hier in bijzondere mate aandacht gegeven aan
herhalingsonderwijs en wordt de Ieiding bevordert bij
beroepskeuze?
Hoe denken B. en W. o:ver de inrichting van een of
meer Montessori-klassen aan de nieuwe O.L.S. En hoe
denken B. en W. met het nemen van een proef in de
hoogere klassen met het Dalton-systeem. Wordt er nog
wat gedaan aan vak- en huishoudonderwijs?
Naast zorg voor de Iichamelijke opwoeding schenken
B. en W. eens hun aandacht aan schcolvoeding-kleeding
en benoeme naast den schoolarts een schooltandarts. De
aandacht vraag ik verder voor bevordering der volks-
ontwikkeling. In kleinere gemeenten dan deze vindt men
een openbare leeszaal en bibliotheek. Wat geeft de
gemeente voor subsidie b.v. aan de H.O.V. waarvan toch
zoovele Heemsteders iederen Zondag mede van ee-
nieten?
In deze gemeente met zijn haast 17D00 zielen
ontbreekt een openbaar ziekenhuis. Hier parasiteeren
wij toch op de inrichtingen van Haarlem. In de laatste
vergadering werd mij euvel geduid dat ik op minachtende
wijze over de armen zou hebben gesproken. Ik heb toen
uitdrukkelijk er op gewezen dat ik minder prettig daciht
over de Burgerlijke Armbesturen in het algemeen en
diep meevoelde met hen, die daar terecht moeten komen.
Armenzorg dient in rechtstreeks gemeentebestuur te
zijn met opheffing der zelfstandige burgerlijke armbe-
sturen. Zoolang dit niet is geschied, zou ik willen
vragen te willen bevorderen dat één of meer arbeiders-
afgevaardigcjen in de armbesturen wiorden benoemd.
'n de laatste zitting dezer Raad werd bij de behande-
ling der Werkloozensteunregeling gewezen op de mo-
gelijkheid voor arbeiders om zich tegen werkloosheid te
verzekeren op een andere dan de bekende organisato-
rische wijze.
Men noemde toen van de zijde van B. en W. een
Vereeniging die zich daarmede speciaal bezighoudt.