9 DECEMBER 1926. vereenigen als enke! voor politiediensten een vrouwelijke hu!p werd aangesteld op een salaris, waarvan deze dan zou kunnen leven. Hierom had zij gedacht aan de genoemde combinatie, dodh wanneer deze combinatie bezwaren ontmoot wil zij dit graag loslaten. De Voorzitter zou er prijs op stetlen hierover het oordeel van de vergadering te vernemen en zal alsdan gaarne nagaan, wat de belooning en eischen moeten zijn. jVtevrouw Hoekstra zegt hierover gaarne een voorstel te willen doen. De heer Van der Erf zegt hierover niet direct een oordeel te kunnen uitspreken; hij vraagt zich af, of dit al dan niet een duur insfituut is en of hiervoor een volslagen salaris voor een agent wordt bedoeld, terwijj tevens bij hem de vraag rijst, of er voldoende werk voor een vrouwelijke hulp zal zijn. Mevr. Hoekstra is van oordeel, dat ervoldoende werk voor een vrouwelijke huJp bij de politie is. De Voorzitter zegt, dat zij behalve verschillende administratieve werkzaam'heden odk andere hulp kan verleenen en eerst kan worden nagegaan, welke eischen zijn te stellen om 'het loon daarnaar te bepalen. De heer Chapon informeert, of er een voldoend aantal politieagenten is en we! zoodanig, dat een der agenten door een vrouwelijke hulp kan worden vervangen, terwijl hij tevens gaarne zal vernemen of er wel werk is voor een vrouwelijke hulp. Hij meent in zoo'n geval, dat dit wel iemand van iets hoogeren rang mag zijn en denkt aan een inspectrice. De Voorzitter deeltimede, dat het aantal politieagenten vrij groot lijkt, doch door het drieploegenstelsel de getalssterkte, die overdag op straat dienst doet, geen aanleiding geeft tot vermindering. Spreker zou dan ook bijvoorbeeld in hooge mate moeten ontraden om een der agenten te vervangen door een vrouwelijke hulp. Voor administratief en ander werk is zeker voor een vrouwe- lijke hulp voldoende te doen. Het lijkt spreker fhans het beste, dat een besluit wordt genomen een onderzoek in te stellen, op welke wijze aan de bedoelirng van Mevrouw Hoekstra kan worden tegemoet gekomen. De heer Hilterman is van oordeel, dat er voor zoo'n hulp een ruim arbeidsveld aanwezig is en dat zij zeker voor contrôle op de bewoning van huizen van woning- vereenigingen diensten zou kunnen doen. De Voorzitter zou ook deze combinatie hieraan niet willen verbinden, daar dit weer geheel ander werk is. Mevrouw Hoekstra stelt voor in beginsel te besluiten over te gaan tot de aanstelling van een vrouwelijke hulp bij de politie en het salaris te bepalen na het onderzoek genoemd door den Voorzitter.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 45