9 DECEMBER 1926.
239
meert spreker, of het de bedoeling is dit werk in
eigen beheer uit te voeren of het aan te besteden.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat het de
bedoeling is dit als werkverruiming te beschouwen
onder toekenning van normale loorien, zoodat dit niet
betaald wordt uit gelden bestemd voor werkverschaf-
fing. Het is dan ook in dit geval niet juist te spreken
van werkverschaffing.
De heer Van Unen zegt, in het midden latende,
hoe het werk wordt uitgevoerd, dat in verband met
de door den heer Chapon gestelde vraag moet worden
nagegaan, voor welk doel de uitgaven worden gedaan.
Deze uitgaven worden gedaan voor blijvende haven-
verbetering en daarom zou alleen een gedeelte van
het loon aan werkloozen op den gewonen dienst
kunnen worden gebracht. Spreker is evenwel van
oordeel, dat men in dit opzicht Burgemeester en Wet-
liouders geen hint behoeft te geven. Bij uitvoering in
eigen beheer zou er iets voor te zeggen zijn een ge-
deelte op den gewonen dienst te brengen.
De heer Chapon is van oordeel, dat hetgeen meer
wordt uitgegeven dan bij aanbesteding op den gewonen
dienst kan worden gebracht.
De heer De Breuk begrijpt uit een en ander, dat
het de bedoeling is, niet tot aanbesteding van het werk
over te gaan, hetgeen spreker onjuist acht, daar dit
zeker het werk duurder zal maken dan noodig is.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat het niet
in de bedoeting ligt dit werk in zijn geheel uit te
besteden. Nader zal nog worden bekeken, of het
wenschelijk is dit voor bepaalde onderdeelen wel te
doen. Het ligt in de bedoeling eerst met het graaf-
werk een aanvang te maken en hiervoor uitsluitend
Heemsteedsche werklieden aan te nemen. Bij de verdere
uitvoering kan dan nader worden gezien, of het wen-
schelijk is onderdeelen te laten aannemen.
De heer De Breuk vraagt, of men weet, hoeveel
de eigen uitvoering ongeveer meer zal kosten.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat dit moei-
lijk is te zeggen, maar deze naar zijn schatting mis-
schien een paar duizend gulden meer zal kosten.
Zekerheid bestaat daaromtrent evenwel in het geheel
niet. Het voordeel van eigen uitvoering is, dat ook
ongeschoolde krachten kunnen worden aangenomen
en uitsluitend Heemsteedsche werklieden in aanmerking
komen.
De heer Van der Erf is het geheel eens met de
laatste opmerking van den heer Dr. Droog en acht
deze wijze van handelen zeer juist in het belang van
de werklieden, die daardoor gelegenheid krijgen arbeid
te verrichten.