27 MEI 1927. 63 De heer De Boer zegt zich ook tegen deze over- plaatsing naar den Meerweg ernstig te moeten ver- zetten. De entree van de gemeente kan al niet leelijker, maar het terrein lijkt hem nat en dras en hij verwacht daarvan heel veel klachten, vooral wanneer het wo- ningen van de gemeente zijn. Er zal naar sprekers meening heel wat zand op gebracht moeten worden wü men de woningen behoorlijk plaatsen, anders zal men ze spoedig voor afbraak kunnen verkoopen. De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt dat het ver- koopen niet zoo gemakkelijk zal gaan, omdat het Rijk, dat voor de stichting van deze noodwoningen subsidie heeft gegeven, ook nog een woordje heeft mee te spreken. Er is reeds eerder door den Raad besloten een crediet te verleenen voor overplaatsing van de noodwoningen, doch Burgemeester en WeE houders meenden, alvorens dit besluit uit te voereu, te moeten komen met een nader voorstel omtrent de plaatsaanwijzing van deze noodwoningen. Dat het terrein, wat thans wordt voorgesteld voor plaatsing, nat en drassig zou zijn, is spreker niet eens, daar behooriijk voor afwatering kan worden gezorgd en het water zeker wegzakt in de voor dit terrein gelegen sloot. Bezwaar is verder gemaakt, omdat de entree van de gemeente liierdoor minder fraai zou worden. Dit bezwaar zai evenwel ook voor andere plaatsen in de gemeente evenzeer gelden. het blijft heel moeilijk deze woningen ergens anders te plaatsen zonder dat daarvan hinder wordt ondervonden. Deze plaats werd behoorlijker geacht dan het terrein bij de vuilnisbelt, waarbij nog de rattenplaag een bezwaar vormde voor de plaatsing. Het is ons niet gelukt een meer geschikte piaats dan de thans voorgestelde te vinden De Voorzifter zegt, dat hij er aanvankelijk ook niets vo°r gevoelde de woningen naar de voorgestelde omgeving over te brengen, doch hij heeft zich hier op slot mede kunnen vereenigen, omdat dit op den duur niet meer het toegangspunt tot de gemeente zal vormen. De primaire weg, die meer noordelijker zal komen, zal de entree tot de gemeente vormen. Spreker meent, dat deze woningen het woonwagenkamp zullen cacheeren en heeft zich op deze gronden met het voorstel kunnen vereenigen. De heer Moolenaar is van oordeel, dat de kwaliteit van de bewoners door de plaatsing in deze omgeving er minder op zal worden. De Voorzitter vraagf, of de heer Moolenaar een betere plek weet aan te wijzen. De heer Moolenaar zegt, dat hij daaraan geen aan- dacht heeft geschonken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1927 | | pagina 7