27 MEI 1927. 64 De lieer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat dit maar een tijdelijke maatregel is en hij ook hoopt, dat de woningen op den duur kunnen verdwijnen. Zij kun- nen thans evenwel nog niet gemist worden. De heer Vring zegt, dat de opmerking is gemaakt, dat het Rijk er aan te pas moet komen, wanneer de woningen worden opgeruimd, doch wijst er op, dat in Zandvoort en Haarlem enkele noodwoningen zijn verbrand, terwijl de noodwoningen aan deTwijnders- laan in Haärlem zijn verkocht voor afbraak. Hij vraagt zich af, waarom dit hier niet evenzoo zou kunnen gebeuren. Spreker zou het daarom beter vinden er nu geen geld meer in te steken en er veel voor gevoelen deze woningen langzamerhand te Iaten verdwijnen. De heer Van der Erf zegt nogmaals er ernsfig tegen te zijn deze woningen bij het woonwagenkamp te plaatsen. Hij vindt dit veel erger dan ze op het terrein bij de vuilnisbelt te bouwen. Het is rnisschien moge- lijk de ratten, waarvoor wordt gevreesd, te verdelgen. De heer De Boer zegt zich met het idee van den heer Vring volkomen te kunnen vereenigen. Spreker heeft wel eens gehoord, dat als men een huis of schuur gaat verplaatsen, dit nog een huis of schuur kost. De heer Dr. Droog, VVethouder, zegt, dat er een besluit tot overplaatsing is en daarvoor een crediet is verleend. De woningen kunnen nog niet worden gemist, terwijl deze nog in goede conditie verkeeren. Spreker merkt voorts op, dat tusschen dit terrein en het woonwagenkamp nog een sloot is en de bewo- ners dus geheel afgescheiden zijn. De opvatting, dat men liever op het terrein van de vuilnisbelt dan bij het woonwagenkamp zou wonen, kan spreker niet deeien. De heer De Boer vraagt, of de tegenwoordige be- woners daarover zelf zijn gehoord. De heer Dr. Droog zegt, dat dit niet is gebeurd en niet alleen sommige der tegenwoordige bewoners deze woningen weder zullen betrekken, maar ook nog andere onbewoonbare huizen moeten worden ontruimd, waarvoor geen andere woningen beschik- baar zijn. Deze noodwoningen moeten daarvoor wor- den benut. De heer Van Unen zegt, dat het gaat over zes noodwoningen en vraagt, of het niet mogelijk is deze te laten waar ze sfaan en, zoodra ze vrij komen, ze niet meer te laten betrekken, zoodat ze vanzelf over- bodig worden. De Voorzit'.er zegt, dat door de woningvereeniging „Berkenrode, de huur van het terrein, waarop de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1927 | | pagina 8