23 JUNI 1927.
72
Van Unen ging bij de vroegere behandeling de rege-
ling der progressie niet ver genoeg en spreker meent,
dat deze tot een inkomen van f 15.000.wilde gaan.
De wijziging in deze verordening betreft in hoofdzaak
de kwestie om het mogelijk te maken de menschen
met vermogen te belasten, daar het nu in zeer bijzon-
deren omstandigheden kan voorkomen, dat dezen niet
in de inkomstenbelasting kunnen worden aangeslagen.
Dit kan in verband met zaken heel toevallig gebeu-
ren en de practijk heeft in andere gemeenten doen
leeren, dat op de voorgestelde wijze daarin voor de
schoolgeldbetaling kan worden voorzien.
De heer Vring meent toch te moeten opmerken,
dat volgens deze regeling de bijdrage reeds bij het
eerste kind begint, terwijl bij de steunregeling voor
werkloozen als regel een ander systeem is gevolgd en
er daar wel rekening mee wordt gehouden, of er een
of meer kinderen zijn. Dit systeem zou bij deze rege-
ling toch ook gevolgd kunnen worden, daar het een
lieel groot verschil is, of men b.v. een of vierschooi-
gaande kinderen heeft. De oorsprorikelijke vaststelling
heeft spreker evenwel niet meegemaakt, zooals reeds
door den heer Jhr. van de Poll is opgemerkt, daar
hij anders zeker toen reeds met dit idee naar voren
zou zijn gekomen, doch waar het nu eene bevesfiging
betreft van eene bestaande regeling, zal spreker hier-
van geen voorstel maken.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, acht het niet
juist, hierbij op een lijn te stellen eene steunregeling
voor werkloozen. Bij deze verordening is de groote
liju aangehouden. De menschen, met ongeveer
f 10.000.— inkomen, die hun kinderen naar de be-
doelde onderwijsinrichtingen zenden, hebben een
zekere standing op te houden en voor hen is een
schoolgeld van f 400.werkelijk een niet gering be-
drag.
De heer Vring zegt, dat, wanneer hij een inkomen
zou genieten van f 10.000.—, hij er niet over zou
denken steun van de gemeente te verlangen.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, merkt op,
dat de menschen met een zoodanig inkomen waar-
schijnlijk ook heel anders leven en meestal heel andere
verplichtingen hebben, zoodat het moeilijk is daarover
zoo te oordeelen.
De verordeningen worden hierna zonder hoofdelijke
stemming ongewijzigd vastgesteld.
XI. Comptabiliteitsbesluiten.
Ter vaststelling wordt aangeboden het ontwerp-
Comptab. besluit model D no. Q, tot wijziging der begrooting
besluit. van inkomsten en uitgaven der gemeente over 1926,