27 OCTOBER 1927
127
voldoende werkgelegenhetd is. Spreker is er van
overtuigd dat Burgemeester en Wethouders hun uiterste
best doen zoo billijk mogelijk te handelen ten aanzien
van de werkloozen.
De heer Van de- Linden vraagt, of hij uit het ant-
woord van den Voorzitter mag begrijpen dat voortaan
eene uitkeering zal worden verstrekt ook voor het
eerste kind.
De Voorzitter deelt mede, dat de Commissie dit
nog wil aanzien doch zich het recht meende te moe-
ten voorbehouden daarop eventueel terug te komen.
De heer Van der Erf meent, dat dit geen verband
houdt met het aantal werkloozen daar het zuiver eene
principieele kwestie is.
De heer De Boer zegt daarop nu geen antwoord
te kunnen geven en wil in openbare vergadering daar
ook niet verder op ingaan.
Comm. Qe heer Koper vraagt, of er geen aanleiding bestaat
v. onderz. om ook in deze gemeente een Commissie te benoe-
Gasbedr. men om 'e onderzoeken of er eventueele corrupties
bij het Gasbedrijf vallen te constateeren.
De Voorzitter antwoordt, dat hij in de allereerste
plaats geen enkelen argwaan koestert. Maar bovendien
bestaat er hier geen enkele aanleiding om eene Com-
missie te benoemen. Was er fraude gepleegd, dan zou
spreker reeds bericht hebben ontvangen van de Justitie
te Utrecht. Zij onderzoekt immers thans deze zaken
in geheel het Iand. Spreker acht het instellen van een
dergelijke Commissie dan ook praematuur en onnoo-
dig.
De heer Koper wijst op hefgeen te dier zake te
Edam is geschied.
De Voorzitter acht het zeer ongewenscht andere
gemeenten te noemen.
De heer Koper meent, dat door deskundigen bij
fabrikanten naar een en ander zou kunnen worden
geïnformeerd.
De Voorzitter zet in het kort den gang van zaken
bij een dergelijk onderzoek uiteen. Een onderzoek
door een Commissie bij handelszaken zou geen enkel
resultaat hebben. Ik ben evenwel overtuigd dat zich
hier geen corruptie heeft voorgedaan, daar anders
zeker bericht zou zijn ontvangen.
De heer Vring is er van overtuigd, dat de Com-
missie voor de Bedrijven in dit opzicht haar plicht
doet en hierop voldoende toezicht uitoefent.
De Voorzitter zegt, dat hij deze meening niet gaarne
zou onderschrijven en kan dit van de Commissie
voor de Bedrijven ook niet worden geeischt.