26 JANUARI 1928
6
om de perrons langer te maken dan het oorspronkelijk
plan was om eventueel ook sneltreinen te kunnen
laten stoppen.
De heer Rijkes vraagt of het nog mogelijk is eenige
aandrang uit te oefenen op het aantal treinen, dat aan
die halte zal stoppen.
De heer Van Unen vestigt hierbij de aandacht op
die treinen, welke voor de forensen van belang zijn.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat de ge-
meente daarin geen medezeggenschap heeft, doch wel
een verzoek kan worden gedaan om de voor de
bewoners belangrijkste treinen te laten stoppen.
De heer Vring vraagt, of het niet mogelijk is nu
de onderhandelingen met de spoorwegdirectie nog
loopen om tevens de aandacht te vestigen op de
te lange diensturen van de overwegwachters aan de
Zandvoortschelaan. Spreker acht de overweg veel te
gevaarlijk om die menschen daar 12 uur achtereen
dienst te laten doen. Bovendien meent spreker dat
deze wachters belast zullen worden met den verkoop
van kaartjes.
De heer Dr. Droog, Wethouder, meent, dat dit
laatste niet waar is. Spreker wijst er op, dat er een
apart loket voor den verkoop van de kaartjes komt.
De Voorzitter zegt toe, de aandacht van de Spoor-
weg directie te vestigeri op de lange diensturen van
de overwegwachters op dit zeer belangrijke punt.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
vervolgens zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd
vastgesteld.
Rondvraag Rondvraag.
Ventilatie De heer Breed Informeert hoe het staat met de
Raadzaal verbetering van de ventilatie in de raadszaal.
De Voorzitter zegt, dat nu er niet zooveel meer
gerookt wordt, aan dit vraagstuk eigenlijk niet meer
gedacht is. Bovendien is het uit architectonisch oog-
punt niet zoo gemakkelijk een oplossing te vinden,
terwijl dit ook zeer kostbaar bleek. Spreker zegt
echter toe, opnieuw zijn aandacht hieraan te zullen
scherken.
Verbeter 'iefr ^an ^er vraa§t verbetering van het
trottoir aan de Zuidzijde van de Zandvoortschelaau
o r voor het gedeelte tegenover de Zandvoorter Allee.
Zandv.laan De afwatering aldaar is niet goed in orde en loopt
naar de kant van de huizen toe.
De heer Dr. Droog, Wethouder, deelt mede, hierop
de aandacht te zullen vestigen.
Onbew Moolenaar vraagt een onderzoek in te
1 stellen naar den toestand van de nog overgebleven
woningen in de Wortelenbuurt. Spreker zegt, dat hem
woningen klachten zijn ter oore gekomen, dat deze woningen
Heerenwegheel slecht zijn.
pr[/1q o rfip cr