14 Vergoeding art. tOi L.O. Wet 1920 over 1924 Bijz. Sehool Voorweg. 23 FEBRUARI1928 De Raad der Gemeente Heemstede Overwegende, dat bij besluit van Gedeputeerde Staten dezer provincie, dd. 22 Juni 1927, no. 127 en in hoogste instantie bij K. B. van 6 Januan 1928 no. 14, is beslist op het beroepsschrift van het Bestuur der Vereeniging „Bijzondere Protestantsche School te Heemstede, tegen het raadsbesluit van 2 December 1926 no. 108, waarbij o.m. ten behoeve van de bi]- zondere school voor Meer Uitgebreid Lager Onderwijs aan den Voorweg over het jaar 1924 îs vastgesteld de vergoeding, bedoeld in artikel 101, 2elid der Lager Onderwijswet 1920 met inbegrip van de dnejaarlijksche verrekening, overeenkomstig het 8e lid van dit artikel Overwegende, dat door gemeld bestuur tegen het genoemde raadsbesluit bezwaar was ingediend omdat o.m. niet voor vergoeding in aanmerking waren ge- nomen a. de assurantiepremie b. de belooning voor het bezit der z.g. r.a-akte c. de kosten van herstel der fietsenbergplaats d. een gedeelte der administratiekosten welke nietwergoeding plaats vond op de gronden genoemd in ons bij het raadsbesluit behoorende voorstel Overwegende, dat bij genoemd besluit van Gede- puteerde Staten en bij het K. B. van 6 Januan 1928 het raadsbesluit in dit opzicht echter is vermetigd op de daarin aangevoerde gronden, zoodat deze uitgaven bij het bepalen der vergoeding niet buiten beschouwing mogen worden gelaten Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wet- houders, waaruit blijkt, dat de werkelijk gemaakte kosten, voor zoover die voor vergoeding in aanmer- king komen het in maximum toe te kennen bedrag overschrijden, zoodat het maximum bedrag kan wor- den uitgekeerd BESLUIT het bedrag der vergoeding ten behoeve van ge- noemde school over 1924 vast te stellen als volgt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1928 | | pagina 11