22 MAART 1928
72
plaatse eischt verbetering. Dit Iaa's'e ongeluk, zegt
spreker, is niet aan een toeval toe te schrijven. Het
was een gevolg van de mist en dit kan meer voor-
komen. Een wagenvoerder van de tram heeft spreker
ook toegegeven dat de toestand daar zeer gevaarlijk
is. Laat het dan maar sterk blijven, zegt spreker, maar
ik noem den toestand onhoudbaar.
De lieer Jhr. van de Poll, Wethouder, noemt het
toch geen bewijs van vertrouwen van den heer Breed,
dat deze hier nu maar iedere vergadering op terug-
komt. Het is, zegt spreker, zeer gemakkelijk om hier
eenoplossing te zoeken, maar dan zal men het natuur-
schoon ernstig schenden. Men kan dit wel doen door
de groote eiken weg te nernen, maar spreker vreest,
dat men dan hier het aanzien krijgt van een kaal
stadsplein. Dan heeft men uit een verkeersoogpunt
wel een verbetering aangebracht, maar deze zaak moet
ook uit een oogpunt van natuurschoon worden be-
keken.
De heer Breed zegt, de opmerking van Wethouder
Jhr. van de Poll, als zou spreker met zijn herhaalde-
lijk verzoek om verbetering van het Schuine Pad een
bewijs van gebrek aan vertrouwen in het beleid van
Burgemeester en Wethouders willen geven, niet te
aanvaarden. Er moet nu niet meer worden afgewacht,
of er bij toeval opnieuw een ongeluk gebeurt. Het is
hier de kwestie, dat ongelukken moeten worden
voorkomen, wanneer dit mogelijk is. Spreker zegt, aan
niemand toestemming te behoever, te vragen omdes-
noods iedere vergadering opnieuw aan te dringen op
veibetering van dezen toestand.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, merkt op,
heusch niet zoo scherp tegen den heer Breed te zijn
geweest.
De heer Breed zegt, dat de heer Jhr. van de Poll
niet mag zeggen, dat spreker geen vertrouwen heeft
in het beleid van het College van Burgemeester en
Wethouders, aangezien dit absoluut onjuist is.
De Voorzitter verheugt zich over het vertrouwen
van den heer Breed in het beleid van het Dagelijksch
Bestuur. Spreker zal trachten het advies over de ver-
betering van het Raadhuisplein te bespoedigen, waar-
na den Raad een voorstel zal bereiken.
De heer Breed noemt al die toezeggingen maar
Cloosterbalsem en wenscht liever een daadwerkelijke
uitvoering.
De heer Van der Erf zegt, dat er door de bewo-
ners van den Bronsfeeweg geklaagd wordt over den
Trottoirs toestand van de trottoirs langs dezen weg. Langs
Bronst.w. wegen, waar veel minder druk wordt geloopen, zijn