117
21 JUNI 1928
dat de vergunning is geweigerd op grond van wel-
standsoverwegingen. Wanneer echter 2 garages in
het geding komen, dan geldt niet zoozeer de wel-
standsoverweging dan wel het feit, dat 2 garages een
verkeersbelemmering zouden vormcn. Spreker acht
het Raadhuisplein ongeschikt voor extra garages.
De heer De Boer wenscht gaarne nog even recht
te zetten hetgeen Wethouder Dr. Droog heeft opge-
merkt, naar aanleiding van de eerste aanvrage van
Smit, waarbij deze over de rooilijn wilde bouwen.
Spreker zegt, dat Smit hiervoor niet aansprakelijk kan
W0I"den gesteld, omdat hij zich over het verloop van
de rooilijn heeft laten voorlichten door een ambtenaar
van Openbare Werken, die hem blijkbaar een teeke-
ning heeft gegeven, die niet geheel juist was.
De Voorzitter zegt, het beter te achten dit hier niet
verder te bespreken, daar dit eerst onderzocht zou
moeten worden.
De heer Kwak merkt op, dat, waar hem uit de
woorden van Wethouder Dr. Droog is gebleken, dat
Burgemeester en Wethouders bereid zouden zijn aan
Smit vergunning te verleenen tot den bouw van een
garage, door adressant dan msar een aanvrage hiertoe
moet worden ingediend. Spreker zegt, dat nu de
straf gevoeld wordt, voor hetgeen vroeger ten on-
rechte werd toegestaan. Smit beroept zich op soort-
geh'jke vergunningen, die vroeger zijn verleend, doch
het is onmogelijk, zegt spreker, daaraan vast te hou-
den. De schoonheid zou daar allerminst doorworden
bevorderd. Spreker verklaart zich er tegen, de aanvrage
aan te houden tot een volgende vergadering.
De Voorzitter merkt op, dat Smit niet de eerste is
aan wien een vergunning tot den bouw van een
dubbele garage werd geweigerd. De vergelijking met
het Marisplein, zegt spreker, is niet juist, omdat daar
2 garages werden opgericht, die bij 2 perceelen be-
hooren. Smit vraagt echter vergunning voor den bouw
van 2 garages voor één perceel, waarvan hij er één
wil verhuren. Wat betreft de opmerking als zou in
de naaste omgeving van het Raadhuisplein de bouw
van een dubbele garage zijn toegestaan, zegt spreker,
dat het daar betrof een aansluiting van een straat tot
stand te brengen en een gat dicht te'maken.
Ten siotte wordt op voorstel van den heer Rijkes
met algemeene stemmen besloten om het adres eersf
naar de Commissie van Openbare Werken te zenden
om advies, waarna door den heer Audretsch wordt
opgemerkt, dat dit dezelfde strekking heeft als zijn
eerder gedaan voorstel.