26 Juli 1928. 5 b. gedurende kortere of langere tijdperken van elk jaar den wekelijkschen werktijd te arbeiden, ôfwel c. enkele dagen per week of per maand of enkele uren per dag werkzaamheden te verrichten. (4). Losse werklieden kunnen ook worden aange- nomen, hetzij om den wekelijkschen werktijd te arbei- den, hetzij om op de wijze, in het vorig lid sub c genoemd, werkzaamheden te verrichten. Aanneming en aanstelling. Art. 4. (1). Om als jeugdig werkman te kunnen worden aangenomen, moet men de leeftijd van 14 jaar bereikt en dien van 20 jaar n'og niet bereikt hebben, in den zin der Leerplichtwet eene lagere school hebben afge- loopen en bij een geneeskundig onderzoek door den daartoe aangewezen arts lichamelijk geschikt zijn be- vonden voor de op te dragen werkzaamheden. (2). Een jeugdig werkman wordt aangenomen onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders door het hoofd van den dienst. (3). De jeugdige werklieden worden bij het bereiken van den 19-jarigen leeftijd ontslagen, welk ontslag echter voor hen, die voor militiedienst moeten opkomen, tot op het voor die opkomst bepaalde tijdstip kan worden opgeschort. Deze regel geldt niet voor jeugdige werklieden, van wie, naar het oordeel van het hoofd van den dienst, met grond kan worden verwacht, dat zij in aanmerking komen, om voorloopig of als vast werkman te worden aangesteld. Is deze aanstelling bij het bereiken van den 23-jarigen leeftijd nog niet gevolgd, dan worden ook zij ontslagen. Indien een jeugdig werkman voor militiedienst moet opkomen, en blijken van geschiktheid heeft gegeven voor den

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1928 | | pagina 15