26 Juli 1928.
11
e. aan derden onverplicht mededeeling te doen of ten
ejgen bate gebruik te maken van hetgeen hem in
zijne betrekking is bekend geworden.
Spreekuur der chefs.
Art. 13.
(1). Ten minste éénmaal per week wordt aan de
werklieden gelegenheid gegeven aan het hoofd van
den dienst mondeling mededeelingen te doen, welke
zij in hun belang of in dat van den dienst noodig
achten. In de bijzondere voorschriften worden hiervoor
regelen gesteld.
(2). Na schriftelijke aanvrage, behelzende de onder-
werpen van algemeen belang voor de werklieden waar-
over bespreking wordt verlangd, ontvangt hij ook de
afgevaardigden der vereenigingen van werklieden in
dienst der Gemeente, of bij zijn tak van dienst, mits
die afgevaardigden zelf werklieden van deze ge-
meente zijn.
Werktijd.
Art. 14.
(1). Onder gewone werktijd wordt verstaan de werk-
tijd, aangegeven op een door het hoofd van den dienst
vast te stellen werkrooster, waarvan gewaarmerkte af-
schriften worden opgehangen op door hem aan te
wijzen plaatsen.
(2). Voor zoover niet voor sommige categoriën van
werklieden in de bijzondere voorschriften krachtens
art. 15 afwijkende bepalingen omtrent den werktijd
zijn gemaakt of bijzondere omstandigheden dezen min-
der doen zijn, bedraagt de gewone werktijd voor de
werklieden, die den vollen dagelijkschen werktijd wer-
ken, 8 uren per (niet op Zondag vallenden) werkdag