26 Juli 1928.
19
taald op de daartoe bij de bijzondere voorschriften
voor elken tak van dienst te bepalen tijden en plaatsen.
(2). De uitbetaling van het loon voor overuren en
Zondagswerk en van andere uitkeeringen buiten het
gewone loon wordt bij de bijzondere voorschriften
voor elken tak van dienst geregeld.
(3). De gelden, door den werkman verschuldigd
wegens boete of schadevergoeding, als bedoeld in het
eerste lid van art. 21 van dit reglement, worden hem
bij de in het eerste en tweede lid genoemde uitbe-
talingen in mindering gebracht, bij elke uitbetaling
echter tot geen hooger gezamenlijk bedrag, dan dat,
waardoor de door hem te ontvangen som beneden het
3/5 deel van zijne gewone loon zou dalen. Waar in-
houdingen van loon tot of boven dat maximum moeten
gebeuren, krachtens eene andere verordening of wet,
wordt de vorengenoemde mindering niet toegepast in
dezelfde week, tenzij in gevallen, waarin die inhouding
van langeren duur dan zes weken zal moeten zijn.
Verzuim.
Art. 25.
(1). Bij verzuim wordt voor elk uur, dat de werk-
man van zijn werk afwezig is geweest, V48 van zijn
gewone loon ingehouden, behoudens het bepaalde in
het volgende lid en behalve in een aantal door Burge-
meester en Wethouders aangewezen gevallen. In deze
gevallen blijft voor de werklieden, genoemd in het
volgende lid, de duur van het verzuim buiten be-
schouwing bij de berekening der vacantie, bedoeld
in art. 26.
(2). Indien er naar het oordeel van het hoofd
van den dienst of van dengene, in de bijzondere voor-
schriften tot deze beoordeeling aangewezen ge-
gronde reden voor het verzuim bestaat en vooraf verlof