26 Juli 1928- 20 verleend is, zal den vasten, den voorloopig aangestel- den en den jeugdigen werkman over de verzuimde uren het gewone loon worden uitbetaald, doch per kalenderjaar over niet meer dan het aantal werkuren, waarvoor het loon van één week wordt uitgekeerd. In bijzondere omstandigheden kunnen Burgemeester en Wethouders aan het hoofd van den dienst vergunnen, dezen werklieden gedurende een langeren tijd verlof tot verzuimen te verleenen; Burgemeester en Wethou- ders bepalen dan tevens, of gedurende dat verlof loon zal worden uitbetaald, zoo ja, tot welk bedrag. (3). Voor de werklieden, wier gewone werktijd niet 48 uren per week en 8 uren per dag bedraagt, kunnen voor zoover dit niet reeds in het vijfde lid van art. 23 is geschied in de bijzondere voorschriften rege- len worden gesteld, die van het bepaalde in dit artikel afwijken. (4). De losse werklieden hebben recht op twee ver- lofdagen, zoodra zij drie maanden in dienst der ge- meente werkzaam zijn met een maximum van 8 ver- lofdagen per jaar. (5). Voor zoover de vaste en voorloopig aangestelde werklieden en jeugdige werklieden geen vol kalender- jaar in dienst der gemeente zijn, wordt het verlof naar evenredigheid toegestaan. Vacantie. Art. 26. (1). Aan vaste, voorloopig aangestelde en jeugdige werklieden, wordt op hun verzoek door het hoofd van den dienst vacantie verleend met uitbetaling van het gewone loon tot een maximum van een volle week per jaar; indien een vaste, voorloopig aangestelde en jeugdige werkman in den loop van het kalenderjaar wordt ontslagen en hij in verhouding tot het gedeelte

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1928 | | pagina 30