26 Juli 1928. 26 volgens het eerste of het tweede lid van dit artikel zijn dienst een einde zal nemen, niet te werk komt, of wel zonder ontslag te hebben aangevraagd, buiten het geval van ziekte of verlof, gedurende drie achter- eenvolgende werkdagen van het werk wegblijft, kan wegens willekeurige verbreking zijner dienstbetrekking zonder inachtneming van de opzeggingstermijnen be- doeld in art. 35 en 36 worden ontslagen. (4). Dit ontslag doet voorstellen tot het opleggen van straf, die reeds volgens art. 43 zijn ingediend, vervallen. Het wordt niet eervol verleend. Art. 35. (1). De losse en de jeugdige werkman, die het be- wijs van (zijne laatste) aanneming, bedoeld in art. 10, nog niet heeft ontvangen, kan ten allen tijde zonder opzeggingstermijn worden ontslagen. (2). De jeugdige werkman, die het in het vorige lid genoemde bewijs heeft ontvangen en de voorloopig aangesteld werkman kan ten allen tijde worden ontsla- gen, mits hem daarvan tenminste 14 dagen vooraf schriftelijk kennis is gegeven. De losse werkman, die het in het vorig lid genoemde bewijs heeft ontvangen kan ten allen tijde worden ontslagen, mits hem daar- van ten minste één week vooraf schriftelijke kennis is gegeven. (3). Het ontslag, in het tweede lid bedoeld, wordt niet opgeschort door ziekte, intredende nadat de dienst is opgezegd. De opzeggingstermijn behoeft niet te worden in acht genomen, wanneer het ontslag wordt gegeven om een der redenen, genoemd in art. 42. Art. 36. (1). De vaste werkman kan door Burgemeester en Wethouders, zonder dat door hem een verzoek om

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1928 | | pagina 36