26 Juli 1928. 28 een vast werkman te schorsen. Tenzij de schorsing bij wijze van straf, als bedoeld in art. 41, voor langeren duur wordt uitgesproken, geschiedt zij voor ten hoog- ste 14 dagen, doch kan daarna telkens voor een ge- lijken termijn worden verlengd. (2). Wanneer die schorsing geschiedt als voorloopige maatregel vöör het opleggen van een der straffen, be- doeld in art. 41, kan gedurende den tijd, dat de strafoplegging in behandeling is het loon geheel of gedeeltelijk worden ingehouden. (3). Volgt geen bestraffing, dan wordt de schorsing opgeheven en het ingehouden loon onmiddellijk uitbe- taald. (4). Volgt een voorstel tot bestraffing dan beslissen Burgemeester en Wethouders bij het opleggen der straf tevens over het al dan niet uitbetalen van het inge- houden loon. Bepalingen ter handhaving der orde. Art. 38. (1). De werkman, die, ten gevolge van gebruik van sterken drank, volgens het oordeel van hem, die daar- toe in de bijzondere voorschriften is aangewezen, niet in staat is de hem opgedragen werkzaamheden be- hoorlijk uit te voeren, wordt door dezen vanhetwerk verwijderd en kan verplicht worden gedurende de eerste twaalf achtereenvolgende uren van het werk verwijderd te blijven. Over de binnen dien tijd val- lende werkuren wordt hem geen loon uitbetaaid, af- gescheiden van de hem op te leggen straf. (2). De gevolgen voor den werkman van telaatko- men op het werk of het verrichten van werk, datniet aan de eischen van goed werk voldoet, worden, voor zoover zij niet bestaan in het opleggen van eene straf, in de bijzondere voorschriften geregeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1928 | | pagina 38