26 Juli 1928. 30 mum tijd, waarna de werkman bij de eerstvolgende vacature in zijn oorspronkelijken werkkring kan worden hersteld; 4°. ontslag uit den dienst, zonder genot der voordee- len in art. 36 genoemd. Art. 42. De redenen, waarom straffen kunnen worden opge- legd, zijn: 1°. overtreding of niet-nakoming van de verplichting, den werkman in art 11 van dit reglement opge- legd; 2°. misdrijf, bij rechterlijk vonnis geconstateerd 3°. oneerlijkheid 4°. misleiding; 5 het doen ontstaan van gevaar, het toebrengen van letsel, of het veroorzaken van schade; 6°. insubordinatie 7°. het door voordeelen of beloften zich laten verlei- den tot ongeoorloofde handelingen of begunstiging; 8°. ergerlijk gedrag of ergerlijke taal 9°. dronkenschap in den dienst of het medebrengen of doen medebrengen van sterken drank bij het werk; 10°. verzuim van dienst zonder verlof, tenzij het ver- zuim noodzakelijk en onvermijdelijk was; 11°. aansporing of verleiding van een werkman tot het plegen van een der bovengenoemde feiten. Art. 43. Wanneer het hoofd van den dienst meent, dat ter- men aanwezig zijn tot het opleggen van straf, over- eenkomstig art. 41, of van eene schadevergoeding volgens art. 39, doet hij daartoe een voorstel aan Bur- gemeester en Wethouders. Van het feit en de voor-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1928 | | pagina 40