70
26 JULI 1928
drukkende voor de sportlerreinen bij den Hout.
Oevolg is dus dat, indien Haarlem slechts het restant
schuld zou vergoeden, onze gemeente schade zou
leiden wat de bedoeling van de wet niet is. Hetzelfde
doet zich voor met betrekking tot een dienstgebouw
voor de politie. Ook dit is aan de gemeente Haarlem
overgegaan, welke gemeente daarvoor nu ongeveer
f 7000.wenscht te vergoeden. Het is ook hier dui-
delijk, dat het als uitgesloten moet worden geacht
daarvoor de beschikking over een ander geschikt ge-
bouw te verkrijgen of een nieuw te kunnen stichten.
Toch zal o.i. binnen niet te langen tijd hiertoe moeten
worden overgegaan.
Wij gevoelen echter het bezwaar van eene wets-
uitlegging in dien zin, dat Haarlem gelijksoortige en
gelijkwaardige eigendommen moet verstrekken, doch
dan zal in elk geval toch eene zoodanige schadeloos-
stelling moeten worden vergoed dat onze gemeente
zich weder in het genot van dergelijke eigendommen
kan stellen.
Bij de bepaling van de grootte van de schadeloos-
stelling van Haarlem te dezer zake zal men echter öf
moeten bepalen hoe groot de uitgaaf voor Heemstede
zal zijn om zich in het bezit te stellen van objecten,
die in gelijke mate in de gegeven behoefte voorzien,
öf wel hoe groot de waarde der overgedragen objecten
op 30 April 1927 zou geweest zijn, indien niet bij
wet een deel van Heemstede aan Haarlem ware over-
gegaan.
Met het door Haarlem ingenomen standpunt kunnen
wij ons dus niet vereenigen.
Hieruit volgt niet, dat Heemstede waarvan het
financieel beleid als geheel steeds goed geweest is
zich onder alle omstandigheden tegen het toepassen
der boekwaarde zou moeten verzetten. Dit systeem is
echter onaannemelijk, indien het slechts gedeeltelijk,
n.l. in die gevallen waarin het voor Haarlem voor-
deelig is, wordt toegepast.
Naar aanleiding van bovenstaande bieden wij U
bijgaand ontwerp besluit ter vaststelling aan.
Heemstede, 24 Juli 1928.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
N. VOS.