4
J/Januari 1929.
JAARWEDDEN BURGEMEESTER, SECRETARIS
EN ONTVANGER.
Aan den Raad.
Bij ons College is ingekomen een brief van Gede-
puteerde Staten dezer provincie, dd. 27 December
1928, no. 148, waarin wordt medegedeeld, dat de
tegenwoordige regeling der jaarwedden van Burge-
meesters, Secretarissen en Ontvangers der gemeenten
in deze provincie, behoudens een tweetal tusschen-
tijdsche wijzigingen, op 1 Januari 1929 gedurende tien
jaren heeft gegolden.
Genoemd College is van oordeel dat bedoelde
jaarwedden herziening behoeven. Een nieuwe regeling
is daarvoor ontworpen voor de gemeenten met een
zielental van 15000 en daar beneden, over welke
voorgestelde regeling voor zoover onze gemeente be-
treft het oordeel van Uwen Raad wordt gevraagd.
Naar het bevolkingscijfer zou onze gemeente wor-
den ingedeeld in kasse 8 van de ontworpen regeling,
krachtens welke de jaarwedde van Burgemeester,
Secretaris en Ontvanger zou bedragen resp. f5000.
f 6000.f 4300, f 5300 en f 2850,-f 3750,—het
maximum te bereiken na 4 tweejaarlijksche verhoo-
gingen.
De jaarwedden van den Burgemeester en den
Secretaris zijn momenteel reeds gelijk aan genoemde
bedragen. Voor den Ontvanger bedraagt deze echter
f 3200. f 4200.-.
Gedeputeerde Staten noodigen ons in hun brief uit,
Uwe aandacht te vestigen op het bepaalde in artikel 3
van de ontworpen regeling, krachtens welke bepaling
genoemd College de gemeente in eene hoogere klasse
kan rangschikken dan waarin zij overeenkomstig het
zielental moet worden gerangschikt. AIs bepaalde
redenen, welke daartoe aanleiding kunnen geven,
noemen Gedeputeerde Staten stedelijk karakter, hooge