2 j/ Januari 1929. le WIJZIGING VERORDENING OP DE KEURING VAN WAREN. Aan den Raad. Bij Uw besluit van 16 Juni 1921 no. 42 werd, overeenkomstig een door den Minister van Arbeid ontworpen model, vastgesteld een verordening op de keuring van waren. Blijkens eene circulaire van den Commissaris der Koningin acht de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid het gewenscht dat deze verordening op 2 punten verandering ondergaat. De verordening toch stelt uitsluitend strafbaar het verkoopen van waren, welke niet aan de eischen, of ten aanzien waarvan niet voldaan is of wordt aan de eischen gesteld krachtens de Warenwet, met uitzonde- ring van artikel 16 dezer wet. Teneinde eene overtreding te kunnen constateeren, moet derhalve worden bewezen, dat de waar is of wordt verkocht. Wat onder verkoopen wordt verstaan geeft artikel 1 der verordening aan. Nu zijn er ver- schiliende voorschriften in de krachtens de Warenwet uitgevaardigde Koninklijke Besluiten ten aanzien waar- van het uiterst moeilijk is het feit van het verkoopen van een waar, die niet overeenkomstig die voorschrif- ten zijn behandeld, te constateeren. Dit zijn in hoofd- zaak voorschriften van hygienischen aard, welke betrekking hebben op het winnen, bereiden, bewaren of behandelen van wareri. Wel kan worden vastgesteld dat in strijd met die voorschriften wordt gehandeld. Om nu de bedoelde bewijsmoeilijkheid te onder- vangen wordt toevoeging van een 2e lid aan artikel 4 voorgesteld Voorts is artikel lh der verordening niet van toe- passing op melkveehouders, die melk verkoopen, welke niet aan de gestelde eischen voldoet, omdat bij arrest van den Hoogen Raad dd. 5 Maart 1928 is uitgespro- ken. dat de melkveehouder niet valt onder het begrip „koopman".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1929 | | pagina 3