Vaststelling percentage gelden bedrijven.
31 Januari 1929
11
de Schoonlieidscommissie. Spreker zegt uitdrukkeliik
met adressant nooit over deze aangelegenheid te heb-
ben gesproken noch iets over deze kwestie gezegd te
hebben.
De heer Schelvis merkt op, dat. toen hij de stukken
gelezen had. hij er wel voor gevoelde om Smit z'n
zin te geven Na hetgeen hier thans over deze aan-
gelegenheid gezegd is, kan hij meer gevoelen voor
het voorstel van den heer Van Unen
De heer Van der Erf zegt, dat men zich bij deze
oplossing misschien gemakkelijk kan verschuilen ach-
ter de bouwverordening, die de uitvoering van dit
voorstel zou kunnen verhinderen, waardoor dit on-
aannemeiijk zou worden.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, noemt deze
opmerking niet onjuist doch is van meening, dat de
bouwverordening zich tegen deze oplossing niet zal
verzetten. In ieder geval kan dit tevoren even worden
bekeken en is het niet kwaad, dat hierop de aar.dacht
is gevestigd.
De Voorzitter vestigt er de aandacht op, dat het
voorstel van Burgemeester en Wethouders formeel
toch in stemming moet worden gebracht, daar er
anders geen appêl is geweest.
De heer Van Unen is van meening, dat het nu een
îastige positie is voor de raadsleden. Spreker zou
urgemeester en Wethouders willen vragen, wanneer
de heer Smit met het bemiddelingsvoorstel accoord
gaat, desnoods met een kleine afwijking van de
bouwverordemng, voor de uitvoering van dit voorstel
vergunning te willen verleenen.
De Voorzitter zegt toe, aan dit verzoek gevolg te
willen geven.
Hierna wordt het voorstel van Burgemeester en
ethouders om op het beroepschrift afwijzend te be-
schikken in stemming gebracht en aangenomen met
)3 tegen 2 stemmen.
Fegen stemden de heeren Van der Erf en Van der
Linden,
III. Vaststelling percentage verstrekte gelden aarî
de bedrijven.