Vacantie- en Kindertoeslag.
Vacantie- en Kindertoeslag.
31 Januari 1929 - 17
VI. Principieele uitspraak inzake kinder- en vacan-
fietoeslag.
De bij dit agendapunt behoorende voordracht luidt
als volgt
De Voorzitter zegt, dat over deze aangelegenheid
reeds verschillende malen in de vergaderingen van
den Gemeenteraad is gesproken. Burgemeester en
Wethouders willen thans den Raad de gelegenheid
bieden om een principieele uitspraak te doen. het
ligt echter niet in de bedoeling uit te maken, hoe
men die vacantietoeslag of kindertoeslag wil toeken-
nen, doch alleen of men in principe al of niet voor
toekenning is.
Mevrouw Bigot houdt de navolgende beschouwing
Mijnheer de Voorzitter,
Uit de door Burgemeester en Wethouders ter visie
gelegde raadsstukken, zien we den lijdensweg, dien de
vacantietoeslag in deze gemeente reeds heeft moeten
afleggen. Overduidelijk blijkt wel, dat de toekenning
van een vacantietoeslag door allen die in loondienst
zijn gevoeld wordt. Te verwonderen zou het zijn als
het anders was.
De lust om de vacantie, buiten de plaats waar we
wonen en onze werkzaamheden vervullen, door te
brengen, is in alle klassen der Maafschappij doorge-
drongen. Vandaar het groote aantal reisvereenigingen,
die de laatste jaren zijn opgericht en waarvan het
aantal leden jaarlijks met duizenden stijgt. Dit is een
goed verschijnsel, dat door ieder, die naar een hoo-
gere beschaving van ons volk streeft, toegejuicht en
ondersteund inoet worden. Helaas, kunnen slechts
weinigen de vacantie zorgeloos doorbrengen. Voor
allen dié in loondienst zijn, misschien enkele uitge-
zoriderd, behoort dit tot de vrome wenschen.
*e loonen en salarissen zijn er in de gunstigste
gevallen op berekend om het gezin in stand te hou-
den en om de kosten voor het dagelijksch levens*
onderhoud te dekken.