21 Maart 1929
59
de bewoners van de Hendrik de Keyserlaan en de
heer Selle destijds hun perceelen gekocht in de over-
tuiging dat op dit onbebouwde terrein volgens het
bestaande Uitbreidingsplan geen winkelhuizen mochfen
worden gesticht noch café's e.d. Werd deze bepaling
nu opgeheven, dan zouden die bewoners daardoor
ten zeerste gedupeerd worden.
De heer Kwak merkt op, dat die bewoners uit
Amsterdam of elders vandaan kwamen en er zich
tevoren wel niet van overtuigd zullen hebben, wat in
de toekomst achter hun perceelen zou kunnen gebouwd
worden. Het huis van den heer Selle grenst aan het
hezit van de N.V. „Gruno's Grondbezit" en heeft
thans tengevolge van hare ligging tegenover die win-
kels geen hoogere huurwaarde dan f 1000.—Spreker
zou willen vragen, wie op dit terrein een heerenhuis
zou willen koopen. Wanneer de bestaande verplichting
hiertoe blijft gehandhaafd, dan is het zeker, dat dit
terrein daar nog een heelen tijd braak zal blijven lig-
gen.
De Voorzifter zegf, dat de heer Selle hem persoon-
lijk heeft verklaard, dat de bewoners van de Hendrik
de Keyserlaan hem gevraagd hebben, welke bepalingen
ten aanzien van de wijze van bebouwing voor dit
ferreingedeelte bestonden. Spreker leest hierop het
a Ires van deze belanghebbende bewoners voor waar-
i it dit ook duidelijk blijkt.
De heer Kwak merkt nog op, dat dit terrein in
1920 of 1921 gekocht is, dus in den toptijd.
De Voorzitter vraagf, of de heer Kwak dit terrein
misschien zelf heeft gekocht of dat het door zijn be-
middeling is gekocht.
De heer Kwak antwoordt hierop ontkennend en
zegt, dat hij er zelf door gedupeerd zou worden,
warneer ter plaatse winkels zouden mogen worden
gesticht, omdat zijn kantoor daar dan zal moeten
verdwijnen.
De Voorzitter merkt op, dat door den toptijd wel
meer menschen zijn gedupeerd en dat daarmede mo-
menteel toch geen rekening kan worden gehouden.
De heer Rijkes vraagt of het niet mogelijk is, dat
de behandeling van dit adres tot een volgende verga-
ring wordt uitgesteld. Spreker zegt, nog niet voldoende
georiënteerd te zijn.
De Voorzitter merkt op, dat het hier anders een
doodeenvoudige zaak betrtfl.