25 April 1929 73 of men zijn steun gaat halen bij het Burgerlijk Arm- bestuur of bij de werkloosheidskas. Mevr. Bigot merkt nog op, dat het hier gaat om een stuk arbeidersrecht. Het sfopzetten van een uit- keering gedurende een bepaalden tijd acht spreekster onrecht. Als een arbeider niet werken kan, moet hij financieel geholpen worden. Komt er een catastrophe dan zullen er toch zonder twijfel wel „goede" werk^ loozen zijn en deze zouden onder de thans van kracht zijnde verordening niet geholpen worden Door deze regeling wordt dan ook een groot aanfal arbeiders beleedigd. Spreekster verzoekt daarom nogmaals met klem om de verordening in dien zin te wijzigen, dat de uitkeering gedurende het geheele jaar wordt voort- gezet. Een v/eikloosheidsuitkeering is goed recht, een uitkeering vanwege het Burgerlijk Armbestuur be- schouwd men daarentegen als bedeeling en daarom is de gang naar het Burgerlijk Armbestuur vernede- rend voor den arbeider. Ten sloffe zou spreeksfer de vraag willen stellen „wonen er in Heemstede zooveel werkschuwen De lieer Van der Erf onderschrijft de meening van Mevr. Bigot dat de gang van den arbeider naar het Burgeriijk Armbestuur vernederend is. Wanneer er echter een catastrophe mocht uitbreken, dan vreest spreker niet, dat Burgemeesfer en Wethouders niet die noodmaatregelen zullen treffen, die noodig zijn om den nood te lenigen, en zal de Raad dat zeker sanc- tionneeren. Voor bijzondere omstandigheden gelden echter bijzondere maaTegelen. De heer De Boer meent wel te mogen constateeren, dat Burgemeesier en Wethouders weten in te grijpen, bij buitengewone omsfandigheden en dit is niet m het minst bewezen in den afgeloopen winter, toen het totate bedrag der uitkeeringen aan werkloozen f 14680.10 bedroeg terwijl dit in den winter van 1927/.8 f 5453.40 bedroeg. Zoo men echter van gemeentewege bij voortduring steun verleent aan de werkioozen, dan zou er alle reden bestaan om nu ook van gemeentewege tegemoet te komen aan de vele kleine bloembollenkweekertjes, die zeer veel schade hebben geleden van de strenge vorst alsook aan de kleine winkeliertjes, rentetrekkertjes en anderen die van een uiterst klein inkomen moeten leven. Verder zegt spreker, vraagt Mevr. Bigot of er in Heemstede zoovele werkschuwen wonen en hierop zou hij willen antwoorden, dat er in Heemstede een invasie is van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1929 | | pagina 7