64
3 October 1929
VRIJSTELLINQ ALS BEDOELD IN ART. 15 QUATER
DER BOUW- EN WONINGVERORDENINQ.
Aan den Raad.
Van J. Habermeh!, Raadhuisstraat 95, alliier, is een
aanvrage ingekomen om vergunning als bedoeld in
ariikel 5, eerste lidsub a der Woningwet, voor het
vergrooten van zijn bakkerij op het terrein gelegen
aan de Raadhuisstraat 95, kadastraa! bekend gemeente
Heems)ede, Sectie B no. 100S, 1009 en 1215.
Deze uitbreiding zal tengevolge hebben, dat de af-
stand tusschen de rooilijn en het meest achterwaarts
gelegen gedeelte van de bakkerij meer zal bedragen
dan lô M., hetgeen in sfrijd is met het bepaalde in
arf. 15 quater der Bouw- en Woningverordening.
Ingevolge het bepaalde in het derde lid van voor-
noemd artikel, kan de Raad, onder nader door hem
vast te stellen voorwaarden. in bijzondere gevallen
vrijsfeiling verleenen van de verbodsbepaling in lid 1
van art. löquater omschreven.
ZúTk een bijzonder geval ac'nten wij hier thans aan-
wezig, aangezien het hier betreft een ter plaatse nood-
zakeiijke uitbreiding van het bedrijf.
Tegen het verleenen dezer vrijstelling zijn bij ons
College bezwaren ingebracht door den heer G. j.
Smit, alhier, onder mededeeling, dat daardoor zijn
belangen geschaad zouden worden, door het benemen
van voldoende licht en luclit ten behoeve van het aan
hem in eigendom toebehoorende perceel Raadhuis-
straat 93
De Dienst van Openbare Werken rapporteerde ons
op ons verzoek om advies, dat aan deze bezwaren
Itgeinoet zou kunnen worden gekomen door aan de
vrijstelling de voorwaarde te verbinden dat de meest
Zuidelijke muur (op de hierbij bedoelde teekening
aangegeven als muur C) niet hooger dan 2.50 M.
boven het begane grcndvloerpeil van het perceel
9193 mag worden opgetr'okken en dat vanaf deze
hoogte het te maken bouwv/erk moet valien beneden
het vlak, hetwtlk onder een hoek van 45 o met den
horizon wordt gedacht.