28 November 1929,
165
gedeelien van een uur, zelfs minder dan uur voor
een uur wordeh berekend. Bovendien beslaat de
mogelijkheid tot het beinalen van eene premie, welke
regelen voor het kader niet van toepassing zijn. De
bedoeling is thans het kader een hoogere vergoeding
te geven, omdat de brandweer hier langzamerhand
meer technische eischen gaat stellen en is het niet
meer dan billijk dat degenen die leiding moeten geven
naar verhouding ook betaald worden. Wanneer men
het voorstel van den heer Van der Erf zou aannemen,
vreest spreker, dat hierdoor het karakfer van vrijwillige
brandweer in het gedrang komt. Burgemeester en
Wethouders zouden desnoods wel bereid zijn om in
dier voege aan de wenschen tegemoet te komen, dat
de jaarlijksche toelage van de spuitgasten wordt ver-
hoogd tot f 15.— doch om in uurloon of op andere
wijze tegemcetkomingen ie dcen, zcu hij ernstig
willen ontraden.
De heer Van der Erf wil gaarne Burgemeester en
Wethouders al vast danken voor hun toezegging.
Wat betreft de uitbetaling van het uurloon, mee.it hij
er even de aandacht op te moeten vestigen, dat voor
velen dit uurloon slechts een vergoeding is voor derving
van inkomsten uit hun werk, terwijl dit zelfs nog niet
eens altijd hiermede gedekt wordt. Voora! voor de-
genen, die in de bouwbedrijven werken zal de ver-
goeding overdag niet voldoende zijn. Spreker wil
daarom vasthouden aan zijn voorstel en zag gaarne,
dat de jaarlijksche vergoeding van f 1U,— op f 20,—
werd gebracht. Die 18 spuitgasten te zamen hebben
nagenoeg dezelfde vergoeding als de 4 kaderleden.
De heer Vring kan zich met het voorstel van den
heer Van der Erf wel vereenigen, nu hij hoort, dat er
siechts 18 spuitgasten zijn.
De heer Van Unen merkt op, dat gezegd is, dat de
spuitgasten te zamen eenzelfde vergoeding krijgen als
de kaderleden. Deze vergelijking gaat echter niet
heelemaal op, want de kaderleden krijgen er niets b:j
zooals de spuitgasten dit wel hebben in den vorm
van uurloon en prerniën. Zonder die afzonderiijke in-
komsten zou de vergelijking misschien wel opgaan.
De heer Kwak zegt, dat de heer Van Unen wel
gelijk heeft, doch dat hij vergeet, dat de spuitgasten
dikwijls uit hun werk worden gehaald en daardoor
loon derven, terwid het kader zijn inkomsten altijd
behoudt. Spreker ziet overigens niet in, dat Burge-