28 November 1929.
175
een Directeur gekocht worden. Het is daarom van
het grootste belang, dat Heemstede dergelijke onder-
legde leiders heeft en ook behoudt. Spreker kan den
Raad de verzekering geven, dat zich hier dikwijlsaan
de Bedrijven ingewikkelde aangelegenheden voordoen
en hij acht het z.eker niet misplaatst dat degenen, die
voor de taak der leiding zijn aangewezen, naar be-
hooren gesalarieerd worden. De gemeente kan er niet
anders dan wel bij varen, dergelijke goede krachten
te behouden. Nu moet men toch niet dezelfde maat-
staf aan gaan leggen voor die leiders en het onder-
geschikte personeel. Spreker voegt hier nog aan toe,
dat daaruit niet geconcludeerd moet worden, dat het
werk van die andere categoriën minder gewaardeerd
wordt, doch Burgemeester en Wethouders zijn van
meening, dat deze in Heemstede nog niet zoo slecht
betaald worden. De groei van de gemeente maakt het
Directeurschap steeds zwaarder. Spreker zou ten
sterkste willen ontraden om deze zaak in geheime
vergadering te gaan bespreken hij acht dit absoluut
overbodig.
De heer Van der Erf merkt op, dat bij de uiteen-
zetting van den kant van Burgemeester en Wethouders
de groei van de gemeente is aangevoerd als argument
voor deze salarisverhooging. Indeidaad, zegt spreker,
zal deze groei meer hoofdbrekens met zich mede
brengen, doch deze komen niet alleen voor rekening
van de hoofden van dienst, maar daarvan ondervinden
ook de andere categoriën de moeilijkheden. Er werd
verder betoogd, zegt spreker, dat wanneer een be-
paalde groep salarisverhooging noodig heeft, dit zich
iocii niet altijd behoeft uit te strekken tot alle andere
groepen. Spreker acht het echter wel merkwaardig,
dat bij dergelijke zoekerijen altijd de beter betaalden
gevonden worden, maar nooit de minder betaalden.
Als men van bovenaf begint, komt men nooit onder-
aan, het omgekeerde is echter wel waar. Wanneer
een lagere groep wordt verhoogd, dan loopt deze
verhooging alle rangen door. Spreker noemt dit
meten met twee maten. Hij spreekt dan ook de hoop
uit, dat Burgemeesfer en Wethouders nog eenige
toezeggingen zullen doen voor de anderen.
De Voorzitter zegt, dat, hetgeen de heer Van der
Erf heeft opgemerkt over de groei der gemeente niet
heelemaal juist is. Wanneer de gemeente zich meer
uitbreidt en er meer werk komt, dan komen er meer
werkkrachten, doch daarom krijgen de menschen, die