28 November 1929.
177
van deze Comrnissie zich uifsluitend beperkt tot de
thans voorgestelde verhoogingen.
De heer Kwak ziet er geen bezwaar in, dat den
heer De Boer in besloten vergadering de gelegenheid
vvordt gegeven om zijn bezwaren te ontvouwen.
Spreker noemt de verdediging van Burgemeester en
Wethouders zeer goed, doch terwille van de conse-
quentie zou hij graag zien, dat een nader onderzoek
voor het overige personeel werd ingesteld. Sfraks
komt het geval, dat de andere groepen vragen
„waarom krijgen ook wij geeti verhooging van
salaris"
De Voorzitter is van meening, dat deze zaak nu
toch wel voldoende besproken is. Er is toch ook
niets geheimzinnigs aan, waardoor een besloten ver-
gadering gewettigd zou kunrien zijn. Burgemeester en
Wethouders stellen nu alleen een veihooging voor
aan verantwoordelijke chefs.
Het nut van een Commissie kan spreker ook niet
inzien. Er is een Raad, een College van Burgemeester
en Wethouders en er zijn Commissies ieder College
nu heeft deze zaak voor zich bekeken en daarom
ziet spreker niet, waarom nu nog een aparte Com-
missie moet worden benoemd. Het gevaar dat zoo
juist genoemd werd, dat anderen ook om verhooging
komen vragen, zal door eventueele instelling van deze
Commissie zeer zeker worden verhoogd. Een Com-
missie is echter in dit verband en voor dit doel wel
vvat vreemd. Het gaat doodeenvoudig hierom, dat er
drie personeri, vanwege de verantwoordelijkheid van
hun werk en om hun ar'oeid, salarisverhooging moeten
hebben. Burgemeesfer en Wethouders hebben dit
noodzakelijk geacht en de Commissies uit den Raad
kunnen zich daartnede geheel vereenigen. Spreker
ziet dan ook niet in, dat hiertegen verzet kan zijn.
De heer jhr. van de Poll, Wethouder, merkt op,
dat er nog één persoon is, wiens salarisverhocging
niet in eene Commissie is gebracht, n.l. de Controleur
der Oemeente Financiën. Persoon in kwestie is hier
destijds aangesteld als Controleur voor de belastingen.
Zijn werkkring is echter zoodanig uitgebreid en zijn
capaciteiten zijn gebleken van dien aard te zijn dat
het liern toegekende salaris, in vergelijking met de
functies van een dergelijk ambtênaar in andere ge-
meenten, niet voldoende moet worden geacht. Spreker
heeft dan ook warm aanbevolen om deze persoon in
een hoogere saiarisklasse te brengen Hij wil dan ook