28 November 1929.
159
81. Afwijking bouwplan Adriaan Pauwlaan
Koediefslaan.
Dit besluit wordt zonder hoofdelijke stemming on-
gewijzigd vastgesteld.
VII. Verordening op de slniiing van barbierswin-
kels en kapperssalons.
Het advies met ontwerp-verordening luiden als
volgt
74. Verordening op de sluiting van barbierswinkels
en kapperssalons.
De heer Rijkes betreurt het, dat een dergelijke ver-
ordening van Overheidswege gemaakt moet worden
liever zag hij, dat de collega's onderling maar een
regeling troffen, lioewel spreker zich niet zal verzetten
tegen de vaststelling van een dergelijke verordening,
wil hij toch gaarne ter opheldering een paar vragen
stellen.
De werkuren volgens deze verordening optellende,
komt hij tot de conclusie, dat hier een 73-urige werk-
week geschapen wordt, terwijl het „Werk1ijdenbesIuit
voor winkels" 53 uren per week in barbiers- of kap-
persondernemingen toestaat. Dit maakt een verschil
van 20 uren. Spreker vraagt, of in dien tijd de patroon
dan alleen in de zaak moet staan. Hij stelt deze vraag,
omdat hij dit vernomen lieeft en zich toen heeft af-
gevraagd wie de bediening waarneemt, wanneer die
patroon eens ziek is.
Op de tweede plaats zegt spreker in artikel 5 van
de verordening te lezen, dat op van den openbaren
weg duidelijk zichtbare wijze moet worden aangeduid
wanneer de zaken gesloten zijn. Voor de goede orde
zou hij echter wel wenschelijk vinden, wanneer men
verplicht werd om aan te duiden, wanneer de zaken
geopend mogen zijn. Men maakt toch ook niet aan
het Postkantoor of het Raadhuis bekend, wanneer
deze gebouwen gesloten zijn, maar wel wanneerdeze
zijn geopend.
De heer Van Unen zegt, niet te begrijpen, waarom
de gemeente een dergelijke verordening moet maken.