23 November 1029.
160
Er komt rm een Werktijdenbesluit, tietwelk van toe-
passing wordt verklaard op barbierswinkels en kap-
perssalons, welnu, dan houden die zaken zich daar
aan. Voor de industrie gelden zoovele werktijdenbe-
sluiten, maar de Oemeenteraad van Amsterdam denkt
er toch niet over om voor al die industriën verorde-
ningen in het leven te roepen, waarbij een bepaalde
naleving van een wettelijke regeling wordt verzekerd.
Zoo ziet spreker ook hier niet in, dat de Raad boven
dit werktijdenbesluit nog eens een verordening moet
maken. De winkeliers moeten zelf maar zorgen, dat
ze de bepalingen van dit vverktijdenbesluit nakomen.
Waar is overigens het eind, vraagt spreker zich af,
straks komen de kruideniers, de slagers en bakkers
ook allen om een verordening vragen. Er zijn in ons
lieve land al genoeg verordeningen. Spreker acht deze
verordening dan ook iotaal overbodig en kan zijn
stem daar niet aan geven.
De heer Van der Erf acht de vastsfelling van een
dergelijke verordening zeer begrijpelijk. Ër gaat een
werktijdenbesluit van toepassing worden verklaard op
een bepaalde categorie van ingezetenen, die daardoor
in de knel komt te zitten, Nu is het toch logisch en
niet kwalijk te nemen dat een dergelijke groep men-
schen zich gaat verbinden om door een gemeenschap-
pelijke regeling de uitvoering van zulk een werktij-
denbesluit zoo zacht mogelijk te doen drukken. Hier
wordt door de werkgevers zeif een verordening in
het leven geroepen hapert er iets aan, danisdathun
eigen schuld.
De heer Rijkes acht het niet juist, wat de heer Van
der Erf gezegd heeft. Spreker kan toch niet aannemen,
dat de verordening, zooals deze thans wordt aange-
boden, een verordening is, die door de kappers is ge-
maakt, doch door Burgemeester en Wethouders.
De heer Van Unen is het met den heer Van der
Erf eens als hij zegt, dat het de kappers niet kwalijk
is te nemen, wanneer zij maatregelen treffen, om dit
Werktijdenbesluit zoo zacht mogelijk te laten drukken,
dit is natuurlijk aan te bevelen, maar laten die kappers
dat zelf regelen. Het Oemeentebestuur is toch geen
mandafaris van bepaalde groepen van ingezetenen.
Naar sprekers meening wordt deze verordening niet
door het algemeen belang geëischt. Belanghebbenden
moeten hier zelf maar voor zorgen.
De heer De Boer voelt in het algemeen ook veel
voor vrijheid. Hoe is het echter met de bakkers gegaan