12 December 1929. 203 met den Wethouder, dan ware wellicht dit gepraat geheel overbodig geweest. De heer Van der Erf acht de idee van den heer Kwak heel aardig, doch verwachtte hiervan geen resultaat. Spreker had dan alleen inlichtingen van de zijde van Wethouder Jhr. van de Poll gekregen. De Voorzitter wijst er op, dat de heer Van der Erf van de andere zijde reeds was ingelicht en dan dus de beide lezingen naast elkaar had kunnen zetten. Wethouder Jhr. van de Poll, acht de opmerking van den heer Kwak volkomen juist. Er wordt door som- mige Raadsleden dikwijls veel te veel waarde gehecht, aan hetgeen zij zoo hier en daar eens opvangen en het is dikwijls zoo moeilijk om de heele waarheid te zeggen. Daar zit hem dan ook de kneep. Spreker acht het overbodig hier nog te zeggen, dat de Wet- houders altijd gaarne bereid zijn om de raadsleden in te lichten. De Voorzitter meent, dat deze zaak nu voldoende van alle kanten belicht is en stelt voor de algemeene beschouwingen hiermede maar te sluiten. Vervolgens wordt begonnen met de behandeling der verschillende begrootingen. Burgerlijk Armbestuur. De begrooting van inkomsten en uitgaven van het Purgerlijk Armbestuur voor 1930 bedraagt in inkom- sten en uitgaven een gelijk bedrag van f 41000. De Financieele Commissie kan zich met de vast- stelling dezer begrooting vereenigen. De heer Van der Linden vraagt, of het niet moge- lijk is, de naam Burgerlijk Armbestuur te veranderen in Maatschappelijk Hulpbetoon. Er wordt op dit ge- bied veel gedaan en spreker acht het gewenscht, dat deze zaken vanuit één centraal punt worden behan- deld, hetgeen ook een economisch belang kan wor- den genoemd. De Voorzitter antwoordt hierop, zich hiertegen niet te willen verzetten inderdaad is „Maatschappelijk Hulpbetoon" iets moderner te noemen. Het is echter niet mogelijk, zegt spreker, om hiertoe direct over te gaan, omdat wijziging van de reglementen hiervoor noodzakelijk is. Ter zijner tijd zal de Raad hieromtrent echter meer hooren, zegt spreker.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1929 | | pagina 17